Figuur 1 toont hoe je als school een traject kan uitrollen, waarmee je het schoolteam professionaliseert rond de evaluatie van leerlingen.
Het traject vertrekt vanuit een doeltreffend evaluatiebeleid en leidt tot een proces van reflectie, behouden of bijsturen van alles wat er gebeurt rond leerlingenevaluatie.
Deze figuur is het resultaat van een literatuurstudie over drie thema's die samenkomen binnen één overkoepelend model:
Onderzoek over effectieve leerlingenevaluatie;
Onderzoek over effectieve beleidsvoering;
Onderzoek over effectief professionaliseren.
In wat volgt vind je alle details terug van de stappen in deze werkwijze.
Doeltreffend evaluatiebeleid: de beleidscyclus
Een professionaliseringstraject van kwaliteit kadert uiteraard binnen een doeltreffend beleid. Dit betekent ook een systematisch beleid, waarbij activiteiten elkaar logisch, doordacht en cyclisch opvolgen. De beleidscyclus van Vanhoof en Van Petegem (2017) onderscheidt vier fasen (Figuur 2).
1. Voorbereiding
Tijdens de voorbereiding van je professionalisering staat bewustwording centraal. Deze bewustwording is het resultaat van een zelfevaluatie die de bestaande evaluatiepraktijk en het huidige evaluatiebeleid in kaart brengt. Focus niet enkel op wat misloopt of minder goed gaat: waar je valkuilen herkent, liggen ook kansen. Besteed dus ook aandacht aan het positieve.
Vertrekkend vanuit deze beginsituatie - ‘waar staan we nu?’ - reflecteer je over wat wenselijk, mogelijk en noodzakelijk is. Dit resulteert in een aantal voornemens. Het doel van deze eerste fase is om een beeld te schetsen van waar de school staat en aansluitend de prioritaire aandachtspunten te bepalen waarop je kan of moet inzetten.
Werk maken van prioritaire aandachtspunten kan leiden tot fundamentele veranderingen. Volgens het Pareto-principe ontstaat 80% van de problemen door slechts 20% van alle mogelijke oorzaken. Door deze 20% in kaart te brengen (de prioriteiten), kan je dus het overgrote deel van de problemen aanpakken.
Om de prioritaire aandachtspunten te bepalen, kan je gebruik maken van de ‘toepassing zelfscan op schoolniveau' en de ‘schoolscan evaluatiebeleid’.
In de praktijk neemt een kernteam vaak de leiding in de voorbereidingsfase (en bij uitbreiding de volledige professionalisering). Idealiter bestaat dit kernteam uit een heterogene groep: zowel leraren uit verschillende graden, werkend in verschillende vakgebieden, als personen met andere functies zoals beleidsmedewerkers, schoolleiders, of zorgcoördinatoren.
De samenstelling van een kernteam is van cruciaal belang. Dit team is immers vaak de drager en trekker van de beleidsvoering en professionalisering, en de kwaliteit van de begeleiding bepaalt sterk hoe effectief een professionaliseringstraject is. Ga vooral op zoek naar individuen die nuttige input geven en over relevante kennis en expertise beschikken. Daarnaast is het belangrijk om het kernteam voldoende tijd en ruimte te gunnen om samen te komen, kennis te vergaren, te experimenteren en de professionalisering te organiseren.
Ondanks de centrale rol van het kernteam, is het van groot belang om het hele schoolteam van bij de start te betrekken. Breng de verwachtingen samen, communiceer duidelijk over de verwachtingen en welke stappen je zal nemen.
Concrete tips om tijd vrij te maken voor het kernteam, vind je in ‘tijd maken om te professionaliseren’.
Het werken met een kernteam zal niet in elke context aangeraden of mogelijk zijn. Bekijk binnen je eigen context of dit de meest aangewezen werkwijze is.
2. Bepaling
Met de (beleids)bepaling vertaal je de aandachtspunten in concrete doelen. Bepaal vervolgens activiteiten om deze doelen te bereiken. Leg deze vast in een overzichtelijk en realistisch actieplan dat voortbouwt op de visie rond leerlingenevaluatie. Zonder heldere visie zullen doelen niet duidelijk zijn en ontbreekt een wervend toekomstbeeld.
Besteed tijdens de bepalingsfase voldoende aandacht aan het borgen van wat je wil behouden. Wat loopt al goed? Waarop kan je voortbouwen? Pas als je weet wat je wil behouden, kan je starten met veranderen.
Concrete handvatten om werk te maken van een heldere visie kan je terugvinden in ‘werken aan een visie op leerlingenevaluatie’. Meer over het opstellen van een concreet en realistisch actieplan lees je in ‘een actieplan opstellen’.
3. Uitvoering
Tijdens de (beleids)uitvoering treedt het actieplan in werking en start het professionaliseringstraject.
Merchie en collega's (2016) definiëren een professionaliseringsinitiatief als de verzameling van activiteiten expliciet ontworpen voor en gebracht aan leraren, om hun eigen kennis, vaardigheden, en houding en die van hun leerlingen te versterken.
Het kernteam, dat kennis vergaart, inzichten deelt en gericht experimenteert, koppelt ook terug naar zowel het lerarenteam (microniveau) als het beleidsteam (mesoniveau). In Figuur 1 geven de dubbele pijlen deze verwevenheid tussen de verschillende niveaus binnen de school weer.
Het kernteam communiceert naar het mesoniveau wat het beleidsteam kan doen om de randvoorwaarden te realiseren, zodat de doelen voor de professionalisering behaald worden. Het lerarenteam (microniveau) wordt dan weer aangespoord om doelgericht en samen te experimenteren met de methodieken uit de vijf acties (aan de slag in de klas). Daarnaast kan het kernteam de schoolbrede professionalisering echt in handen nemen.
Om een schoolbrede professionalisering te organiseren en in goede banen te leiden, vind je verschillende tips, werk- en gespreksvormen in de fiche ‘doelgericht professionaliseren’.
Om tot een effectief professionaliseringstraject te komen, ga je op verkenning in de vele werkvormen en selecteer en combineer je op jouw maat.
Een effectief professionaliseringstraject bevat een aantal mechanismen die kaderen binnen vier overkoepelende kernbouwstenen (Figuur 3):
kennis opbouwen,
schoolteam motiveren,
ontwikkelen van effectieve technieken, en
de technieken in de praktijk brengen.
Over deze kernbouwstenen heen onderscheidt het guidance report van de Education Endowment Foundation veertien mechanismen. Deze vind je terug in de radartjes van Figuur 3.
Hoe meer van de veertien mechanismen een professionaliseringsprogramma omvat en implementeert, hoe effectiever de professionalisering. Contextfactoren en persoonskenmerken zorgen er echter voor dat de implementatie van alle mechanismen niet altijd mogelijk is. Toch is een gebalanceerd ontwerp waarbij elke kernbouwsteen aan bod komt, echt een voorwaarde.
Ga aan de slag met collegiale visitaties en professionele leergemeenschappen om reflectie, samenwerking, peerfeedback en sociale steun tijdens de professionalisering te ondersteunen.
4. Evaluatie
Ten slotte volgt een evaluatiefase, waarmee je nagaat in hoeverre de beoogde doelen bereikt zijn. Dit is geen eenvoudige fase, aangezien de doelen kunnen verschillen naargelang de professionalisering.
Je kan zowel streven naar een verbetering van kennis, vaardigheden en houdingen van leraren, als naar veranderingen in het lesgedrag en verbeteringen in resultaten van leerlingen. Daarom is het cruciaal om proactief te werk te gaan. Koppel doelen en acties al bij het opstellen van je actieplan aan een verantwoordelijke en aan een gepaste evaluatiemethode. Verschillende doelen vereisen ook verschillende evaluatiemethoden. Om de effecten van een professionalisering in kaart te brengen, zijn dus zowel kwantitatieve (vragenlijsten, kennistesten, beoordelingsschalen) als kwalitatieve (interviews, reflectiedocumenten, klasobservaties, feedbackdocumenten) evaluatie-instrumenten nuttig.
Tijdens de evaluatiefase kijk je verder dan gedragsveranderingen bij leraren. Ook leerlingen kan je vragen naar hun bevindingen. Welke gedragsveranderingen merken ze bij hun leraren? Welke impact heeft een nieuwe aanpak op hun eigen handelen? Bekijk ook de prestaties en resultaten van leerlingen om finaal uitspraken te doen over het bereiken van de doelen.
In deze fase is het ook cruciaal de positieve veranderingen en nieuwe praktijken te borgen, door te bestendigen en te blijven stimuleren. Het mag niet bij een eenmalige actie blijven. Veranderingen dreigen snel te vervallen in oude, hardnekkige gewoonten, als je ze niet onderhoudt. In de evaluatiefase kan je ook besluiten om de beleidsbepaling over te doen en te komen tot een andere strategie. Mogelijk komt daar ook de voorbereiding van een nieuw evaluatiebeleid bij kijken en herhaal je de beleidscyclus.
Schoolbreed professionaliseren: 5 aandachtspunten
Deze professionaliseringstool biedt een totaalpakket waarmee schoolteams hun beleidsvoering kunnen systematiseren. Maar opgelet: beleidsvoering is geen rechtlijnig proces. De vier fasen zijn in de praktijk niet altijd van elkaar te scheiden en lopen door elkaar. Het is eerder een dynamisch proces, met verschillende ingangen en meerdere wegen naar het einddoel. Zo kan een urgentie (zoals een negatief doorlichtingsverslag), of de wens van het lerarenteam om het anders aan te pakken, het evaluatiebeleid in vraag stellen.
De stappen in het schema zijn een vereenvoudiging van een complexere realiteit. Toch helpt het bewust zijn van de afzonderlijke fasen, en van het terugkerend karakter van deze fasen, het proces van beleidsvoering. Idealiter combineer je met de verschillende werkwijzen over de verschillende fasen van de beleidsvoering heen. Houd altijd de specifieke context van jouw school in het achterhoofd.
Cruciaal bij dit schoolbreed professionaliseringstraject is de samenwerking binnen het schoolteam. Uit het internationaal vergelijkend TALIS-onderzoek blijkt echter dat leraren in Vlaanderen sterk geïsoleerd van elkaar werken. De klasdeur blijft vaak letterlijk dicht, waardoor er weinig van elkaar wordt geleerd. Leraren geven nochtans aan interesse te hebben in samenwerking en zien het nut hiervan in. Moedig het team expliciet en geregeld aan om samen te werken, te overleggen, of bij elkaar te gaan spieken, en maak hier echt tijd en ruimte voor.
Leraren geven aan dat de moeilijke combinatie met het werkschema de belangrijkste belemmering is om zich te professionaliseren. Er is dus onvoldoende tijd. Onderzoek naar de tijdsbesteding van leraren wijst dan ook uit dat de werktijd van voltijdse leraren tijdens de lesweken hoog ligt: gemiddeld 49u30’ in het basisonderwijs en 47u59’ in het secundair onderwijs. Het is daarom van cruciaal belang om tijd vrij te maken om een effectieve professionalisering van leraren mogelijk te maken.
Deze professionaliseringstool biedt je een breed gamma aan werkvormen, sjablonen en strategieën. Deze zijn opgesteld voor een zo breed mogelijke toepassing. De kans bestaat wel dat je aanpassingen moet doen voor jouw specifieke doelen en context. Check altijd de bruikbaarheid van de aangeboden sjablonen en materialen, voor je ze implementeert.
Wees geduldig, voorzie voldoende tijd en neem weloverwogen beslissingen. Professionaliseren en veranderen zijn complexe processen die tijd en inspanning vragen. Om gedragsveranderingen teweeg te brengen die een positieve impact hebben, moeten leraren voldoende bewegingsruimte krijgen. Spreid dit professionaliseringstraject daarom uit over minstens één en idealiter twee of drie schooljaren. Wiliam en Leahy (2015) beschrijven dit zo:
Beleidsmedewerkers gedragen zich vaak als gestreste voetballers die van ieder schot een doelpunt willen maken, met als resultaat dat de meeste ballen juist niet in de goal eindigen. Het zetten van kleine stapjes - rustig kijken, goed kijken wie vrij staat, samenwerken, overzicht houden – is vele malen effectiever om tot een doelpunt te komen.
Collin, J., & Smith, E. (2021). Effective Professional Development. Guidance Report. Retrieved from /eef-guidance-reports/effective-professional-development/EEF-Effective-Professional-Development-Guidance-Report.pdf?v=1683564991
Merchie, E., Tuytens, M., Devos, G., & Vanderlinde, R. (2016). Hoe kan je de impact van professionalisering voor leraren in kaart brengen? Brussel: Departement Onderwijs en Vorming.
Minnen, J., Verbeylen, J. & I. Glorieux. (2018). Onderzoek naar de tijdsbesteding van leraren in het basis- en secundair onderwijs. Brussel: Vakgroep Sociologie, Onderzoeksgroep TOR
Sims et al. (2021), What are the characteristics of teacher professional development that increase pupil achievement? A systematic review and meta-analysis, EEF.
Van Droogenbroeck, F., Lemblé, H., Bongaerts, B., Spruyt, B., Siongers, J., & Kavadias, D. (2020). TALIS 2018 Vlaanderen - Volume II. Brussel: Vrije Universiteit Brussel.
Vanhoof, J., & Van Petegem, P. (2017). Doeltreffend schoolbeleid. Praktijkboek beleidsvoerend vermogen in scholen. Leuven: Uitgeverij Acco.
Vanhoof, J. & Van Petegem, P. (2022). Zelfevaluatie als motor van schoolontwikkeling. Succesfactoren en valkuilen bij het vormgeven aan zelfevaluaties. Antwerpen: Universiteit Antwerpen, Onderzoeksgroep Edubron.
Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.
Wiliam, D., & Leahy, S. (2015). Embedding formative assessment. Practical techniques for k-12 classrooms. West Palm Beach, FL: Learning Sciences International.
Wilssens, M. & Boonen, H. (2019). Samen professionaliseren: een springplank naar inclusie. In: Vantieghem, W. & Van de Putte, I.