Om recht te doen aan wat leerlingen echt kunnen, heeft onze school de ambitie om de leerlingen zo objectief mogelijk te evalueren. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Daar proberen we verder aan te werken.
Beschrijving
Objectief beoordelen wil zeggen dat niet-relevante kenmerken van de leraar (sympathie, antipathie, strengheid, vooroordelen, enzovoort), de leerling (geslacht, etnische achtergrond, sociaaleconomische status, enzovoort) of de context (volgorde waarin wordt gecorrigeerd, moment van corrigeren, enzovoort) tijdens de beoordeling niet van invloed zijn op de resultaten van leerlingen. Het is met andere woorden de mate van beheersing van leerlingen die de resultaten zo veel mogelijk bepaalt.
Voordelen
Door objectief te beoordelen, zorg je ervoor dat je correcte, kwalitatieve uitspraken doet over de mate waarin leerlingen de leerdoelen beheersen.
Een correct beeld van de mate van beheersing van leerlingen heeft twee voordelen. Enerzijds kan je het instructie- en leerproces effectief laten aansluiten bij de behoeften van leerlingen. En anderzijds kan je correcte beslissingen nemen in functie van hun onderwijsloopbaan.
De kansengelijkheid stijgt doordat kenmerken van leerlingen of contextfactoren niet van invloed zijn op de resultaten.
Door zo objectief mogelijk te beoordelen, voorkom je mogelijke negatieve gevoelens bij je leerlingen.
De objectiviteit van de beoordeling is steeds van belang, ook als je formatief handelt. Toch is het van groter belang bij een summatieve evaluatie. De gevolgen zijn immers groter. Bij 'aan de slag in de klas' lees je meer over summatieve evaluaties.
Een 100% objectieve beoordeling bestaat niet. Onbewust kunnen persoonlijke overtuigingen of aannames de beoordeling mee vormgeven. Het is eerder een kwestie van zo objectief mogelijk te beoordelen.
Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.
De inhoud in 'overzicht' en 'aan de slag in de klas' is gebaseerd op volgende bronnen:
Dochy, F., Heylen, L., & Van de Mosselaer, H. (2002). Assessment in onderwijs (hoofdstuk 3). Utrecht: Lemma BV.
Goossens, M., Van Gasse, R., Bouwer, R., Lesterhuis, M., & De Maeyer, S. (2021). De 28 meest gestelde vragen over comparatief beoordelen. [EPub]. Antwerpen, België.
Gulikers, J., & Baartman, L. (2017). Doelgericht professionaliseren: formatieve toetspraktijken met effect! Wat DOET de docent in de klas? Geraadpleegd op: /wp-content/uploads/2015/09/Inhoudelijke-eindrapport_NRO-PPO-405-15-722_DEF.pdf
Harré, K., Smeyers, L., Vanhoof, J., Dattoli, M., & Pinceel, K. (2014). Evaluatiepraktijk op school. 10 pijlers voor een kwaliteitsvolle leerlingenevaluatie. ASP Onderwijs. Brussel: ASP.
Maassen, N., & Otter, D. (2015). Eerste hulp bij toetsen. Grip op toetskwaliteit. Enschede : RCEC, Universiteit Twente.