Ik laat mijn leerlingen van het zesde leerjaar vaak samenwerken aan een opdracht. Over het algemeen loopt dit vrij goed. Toch ondervind ik soms problemen, zoals leerlingen die profiteren van het werk van anderen. Ook is het moeilijk om zicht te krijgen op de individuele bijdragen van leerlingen. Bij de evaluatie twijfel ik soms. Het is niet eerlijk om iedereen van de groep dezelfde score te geven, dat weet ik wel, maar ik weet niet hoe ik dit anders kan aanpakken.
Beschrijving
Afhankelijk van de doelen die je met een groepswerk wil evalueren, kan je het proces, het product of beide in kaart brengen. Om tot een zo betrouwbaar en eerlijk mogelijke score te komen, kan je de leerlingen (via peer- en zelfevaluatie) betrekken in het evaluatieproces en zowel een groeps- als individuele score toekennen.
Voordelen
Leerlingen betrekken bij de evaluatie van groepswerk kan een betrouwbaarder beeld opleveren van het functioneren van leerlingen. De samenwerking en attitudes van leerlingen zijn moeilijker te capteren als leraar.
Indien leerlingen vertrouwd zijn met peerevaluatie en voldoende kwaliteitsbesef hebben, zijn ze in staat kwalitatieve en betrouwbare uitspraken te doen over de bijdrage van hun medeleerlingen.
Leerlingen vinden dit eerlijker: ze worden al dan niet beloond voor hun daadwerkelijke bijdrage aan het groepswerk.
Het kan mogelijk meeliftgedrag ontmoedigen en de inzet van leerlingen verhogen.
Indien leerlingen weten dat hun individuele inzet zal worden beloond, kan dit leiden tot meer motivatie.
Leerlingen nemen meer hun verantwoordelijkheid wat de zelfregulatie bevordert (meer kan je hier lezen).
Je kan de werklast verlagen door de procesevaluatie vooral in handen van de leerlingen te leggen.
Denk voor de start van het groepswerk grondig na over de manier waarop je zal evalueren. Dit bepaalt immers sterk de manier waarop de leerlingen samenwerken. Breng de leerlingen op de hoogte van de evaluatie.
Probeer vriendjes- en vijandenpolitiek te vermijden door op voorhand te verduidelijken waarop en hoe je zal evalueren of door leerlingen in een evaluatiegesprek te laten motiveren waarom ze hun medeleerlingen op een bepaalde manier evalueren.
Hieronder vind je summatieve evaluatievormen van groepswerk terug. Ook formatief handelen kan leerlingen stimuleren tijdens het samenwerken: loop rond, observeer, ga in gesprek, gebruik een logboek of zelfreflectie, laat het proces tussendoor evalueren, enzovoort.
Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.
De inhoud in 'overzicht' en 'aan de slag in de klas' is gebaseerd op volgende bronnen:
van Berkel, H., & Bax, A. (2002). Toetsen in het hoger onderwijs. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.
Dochy, F., Heylen, L., & Van de Mosselaer, H. (2002). Assessment in onderwijs. Utrecht: Lemma.
Dochy, F., Schelfhout, W., Janssens, S. (2003). Anders evalueren: Assessment in de onderwijspraktijk. Lannoocampus.