PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Je herkent het wel, je verbetert en steekt enorm veel tijd in het geven van feedback. Wat ik doe, is het volgende: ik benadruk expliciet dat de leerlingen mijn feedback aandachtig moeten lezen en moeten nagaan waar hun fouten zitten. Ze moeten eruit leren. Maar van zodra ik de toetsen of opdrachten heb uitgedeeld, beginnen ze meteen hun scores te vergelijken en kijken ze niet naar wat ik heb opgeschreven.
Leraar lager onderwijs

Beschrijving

Punten op zich geven leerlingen onvoldoende informatie om mee aan de slag te gaan. Daarom kiezen leraren er bij summatieve evaluatiemomenten vaak voor om naast een punt, ook bijkomende feedback te voorzien.

De combinatie van punten en feedback blijkt echter de actieve verwerking van feedback te belemmeren. De focus en aandacht van leerlingen zal vaak naar hun behaalde cijfer alleen gaan. Daarom raden we aan eerst feedback te geven, en pas daarna het punt.

Voordelen

  • Door feedback niet te combineren met een punt, zorg je ervoor dat leerlingen voldoende aandacht besteden aan de feedback.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier terugvinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing Effective Feedback Processes in Higher Education: A Learning-Focused Approach (1st ed.). Routledge. /10.4324/9781351115940

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Stel het punt even uit

Een eenvoudige manier om leerlingen aan de slag te laten gaan met feedback, terwijl ze ook een punt krijgen, is door het punt even uit te stellen. Concreet laat je de leerlingen eerst aan de slag gaan met de feedback om pas nadien, als elke leerling de feedback heeft verwerkt, hun punt te geven. Hierdoor stimuleer je een actieve verwerking van de feedback én krijgen leerlingen inzage in het bijhorende punt.

EEN VOORBEELD UIT DE LES GESCHIEDENIS (EERSTE GRAAD)

Ik heb bijna 250 leerlingen en zie hen maar 1 uur per week. Het is niet haalbaar om uitgebreide feedback te geven en dit allemaal op te volgen. Ik pak het anders aan, heel eenvoudig. Als ik toetsen verbeter, noteer ik nooit het juiste antwoord. Ik duid enkel aan waar de leerlingen fouten hebben gemaakt. Hun score zet ik in Smartschool, maar ik maak de resultaten niet zichtbaar. Als ik de toetsen uitdeel, staat er dus ook geen punt op. Ze krijgen enkel te zien waar ze fouten maakten. Ik geef hen dan enkele minuten tijdens de les om op zoek te gaan naar het juiste antwoord. Eerst in hun eigen materiaal, nadien ook met een medeleerling. Pas als de toetsen verbeterd zijn, maak ik de punten zichtbaar.

Minder goed, even goed of beter dan jouw vorige werk

Het is bijna onvermijdelijk dat leerlingen hun resultaten met elkaar vergelijken. Vergelijken op gebied van hun eigen voortgang is minder schadelijk voor het leerproces dan punten met elkaar vergelijken. Het kan dus nuttig zijn om leerlingen feedback te geven met een minteken, een gelijkteken of een plusteken ernaast. Hiermee geef je aan of het werk van mindere, even goede of betere kwaliteit is dan eerder, gelijkaardig werk van de leerling.

Digitale mogelijkheden

Je kan de werkwijze doortrekken in een online of blended leeromgeving.

Bronnen
open

We baseerden ons op volgende bronnen:

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.