PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Een tijdje geleden volgde ik een nascholing rond feedback. Het was best interessant, maar toch iets te theoretisch… Het ging over de verschillende niveaus waarop je feedback kan geven en wat het meest effectief is. Het geeft me wel een idee, maar toch heb ik het gevoel dat ik niet voldoende tools in handen heb om dit in de praktijk te brengen. Een soort van synthese, een overzichtje zou mij wel handig lijken.
Leraar biologie (3e graad secundair onderwijs)

Beschrijving

Feedback is enkel effectief als leerlingen de verkregen informatie actief kunnen verwerken. Leerlingen hebben verschillende feedbacknoden, onder andere afhankelijk van hun beheersing en voorkennis. Dit kan zich manifesteren in verschillende behoeften wat betreft de timing van feedback en het niveau waarop feedback zich focust: de taak zelf, het proces of de zelfregulatie.

Voordelen

  • Bewustwording van de verschillende feedbackniveaus waar je met jouw feedback op focust, stelt je in staat aanpassingen te doen waarmee je de effectiviteit van jouw feedback kan maximaliseren.

  • Indien feedback is aangepast aan de capaciteiten en noden van leerlingen, kan dit leiden tot een verhoogde motivatie en betere leeruitkomsten.

Hou er rekening mee dat de timing en focus van feedback niet enkel afhankelijk is van de capaciteiten van leerlingen. Ook de specifieke opdracht bepaalt sterk welke feedback wanneer wordt gegeven.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier terugvinden.

Bronnen
open

De inhoud in 'overzicht' en 'aan de slag in de klas' is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Brooks, C., Carroll, A., Gillies, R. M., & Hattie, J. (2019). A Matrix of Feedback for Learning. Australian Journal of Teacher Education, 44(4). /10.14221/ajte.2018v44n4.2

  • Collin, J., & Quigley, A. (2021). Teacher Feedback To Improve Pupil Learning. Guidance Report. Retrieved from /eef-guidance-reports/feedback/Teacher_Feedback_to_Improve_Pupil_Learning.pdf?v=1682698186

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing Effective Feedback Processes in Higher Education: A Learning-Focused Approach (1st ed.). Routledge. /10.4324/9781351115940

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Reflectie-oefening effectieve feedback

Feedback kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de focus. Tabel 1 geeft voor elk feedbackniveau meer details.

Ook de timing van feedback kan variëren: je kan leerlingen zo snel mogelijk feedback geven of je kan de feedback (bewust) uitstellen. Meer details lees je in Tabel 2.

Gebruik onderstaande tabellen om voor jezelf na te gaan hoe je momenteel feedback geeft. Probeer dit bijvoorbeeld uit te drukken in percentages. Hoeveel procent van jouw feedback bestaat uit correctieve feedback? Hoe vaak maak je gebruik van zelfregulatie-feedback? Op welk niveau geef je het vaakst feedback? Zet je uitsluitend in op onmiddellijke feedback? Stel je de feedback soms bewust uit tot leerlingen een gelijkaardige opdracht maken?

Probeer hierbij steeds te reflecteren waarom je doet wat je doet.

Je kan deze reflectie-oefening ook samen met een collega uitvoeren.

Tabel 1: Verschillende feedbackniveaus (Hattie, 2012; Kirschner, 2014)
Tabel 2: De timing van feedback (Collin & Quigley, 2021)

Vergelijk de uitkomst van deze reflectie-oefening met de tabel die je kan terugvinden in het theoretisch overzicht van actie 4.

Blijkt de manier waarop je momenteel feedback geeft ook de meest effectieve aanpak? Wat kan je aanpassen om het leereffect te verhogen?

Wie welke feedback wanneer?

Hieronder vind je een een overzicht dat bovenstaande reflectie-oefeningen en bijhorende inzichten synthetiseert. Hierin staat welke feedbackvragen en -strategieën geschikt zijn voor de verschillende beheersingsniveaus van leerlingen (gaande van beginner, over vaardig tot expert). Dit overzicht slaat de brug tussen wetenschappelijke inzichten en de praktijk en vertrekt vanuit het werk van Brooks en collega’s (2019). Zij kwamen tot een matrix voor effectieve feedback, die wij hier hebben vertaald, concreet gemaakt en aangevuld. Het resultaat vind je in Tabel 3. Het is belangrijk de voortdurende interactie tussen de drie soorten feedback in het oog te houden en deze niet letterlijk te zien als vakjes die je lineair moet afvinken. Het verschil tussen de niveaus is in de praktijk niet altijd duidelijk. Leerlingen zijn soms een beginner voor het ene leerstofonderdeel, maar gevorderd voor het andere.

Tabel 3: Wie welke feedback wanneer? (Brooks et al., 2019)

Een feedbackbeslissingsboom

Feedback is niet altijd zinvol. Leerlingen hebben soms te weinig (voor)kennis of hebben simpelweg onvoldoende gewerkt voor een bepaalde opdracht. In deze situaties is het eerder aangewezen om extra instructie of een duwtje in de rug te voorzien. Weeg dus steeds af of het zinvol is om feedback te geven.

Om leraren hierbij te helpen, stelde Harry Fletcher-Wood een beslissingsboom op die je hier kan terugvinden. Hij gaat hierbij uit van de volgende vier vragen. 1) Moet ik al ondersteuning geven? 2) Hoe kan ik verbetering ondersteunen? 3) Hoe zorg ik ervoor dat leerlingen feedback aannemen en er iets mee doen? 4) Hoe weet ik dat leerlingen vooruitgang hebben geboekt? Onze vertaling vind je terug in Figuur 1.

Figuur 1: Een feedbackbeslissingsboom (Fletcher-Wood, 2018)

Digitale mogelijkheden

Je kan deze werkwijze doortrekken in een online of blended leeromgeving.

Bronnen
open

De inhoud in 'overzicht' en 'aan de slag in de klas' is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Brooks, C., Carroll, A., Gillies, R. M., & Hattie, J. (2019). A Matrix of Feedback for Learning. Australian Journal of Teacher Education, 44(4). /10.14221/ajte.2018v44n4.2

  • Collin, J., & Quigley, A. (2021). Teacher Feedback To Improve Pupil Learning. Guidance Report. Retrieved from /eef-guidance-reports/feedback/Teacher_Feedback_to_Improve_Pupil_Learning.pdf?v=1682698186

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing Effective Feedback Processes in Higher Education: A Learning-Focused Approach (1st ed.). Routledge. /10.4324/9781351115940

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.