PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Ik las recent iets over een werkwijze waarbij leerlingen zelf hun feedback genereren door hun werk te vergelijken met andere voorbeelden. Ik heb het zo nog niet gedaan, maar om mezelf niet te verliezen in eindeloos feedback geven, wil ik uitzoeken hoe ik dat juist kan doen.
Leraar Nederlands (3e graad secundair onderwijs)

Beschrijving

Je kan leerlingen een actievere rol laten innemen in het feedbackproces door hen zelf feedback te laten genereren. Dit kan je doen door leerlingen hun werk met verschillende bronnen te laten vergelijken. Deze vergelijking met nieuwe informatie resulteert in zelffeedback. De bedenker van deze werkwijze, Nicol (2021), noemt dit inner feedback. Deze werkwijze is vooral geschikt om feedback te voorzien op tussentijdse versies van een complexe opdracht.

Ondanks de grotere verantwoordelijkheid van de leerlingen blijft een belangrijke rol weggelegd voor de leraar, die kwalitatieve bronnen selecteert en het feedbackproces vormgeeft.

Voordelen

  • Het sluit aan bij de natuurlijke manier van leren: door te vergelijken. Het gaat altijd over de vergelijking die leerlingen maken tussen eigen werk en de feedback. 

  • De verantwoordelijkheid komt meer en meer in handen van de leerlingen, wat hun zelfregulatie bevordert (meer kan je hier lezen).

  • Zelf feedback genereren draagt bij aan het volledige leerproces van leerlingen.

  • Het geeft je als leraar informatie over de stappen die leerlingen zetten en hoe ze zichzelf inschatten. Dit stelt je in staat om gerichter aan te sluiten bij de leerbehoeften van leerlingen.

  • Leerlingen krijgen informatie via verschillende bronnen, wat de feedback vollediger maakt.

  • Het is een tijdbesparende manier om feedback te organiseren, zeker in grote klasgroepen.

  • Je kan dit toepassen in verschillende contexten. Het is een belangrijke vaardigheid voor levenslang leren.

  • Je kan dit eenvoudig combineren met peerfeedback.

  • Je kan differentiëren door de bronnen aan te passen aan de specifieke noden van leerlingen.

De bruikbaarheid van de zelf gegenereerde feedback hangt onder andere af van de kwaliteit van de bronnen waarmee wordt vergeleken. We raden aan om meer dan één bron aan te bieden.

Houd rekening met de vier randvoorwaarden voor effectieve feedback: leerlingen beschikken over voldoende kwaliteitsbesef en feedbackgeletterdheid, er is een landingsplaats voor feedback ter beschikking en leerlingen ontvangen kwaliteitsvolle feedback.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier terugvinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Collin, J., & Quigley, A. (2021). Teacher Feedback To Improve Pupil Learning. Guidance Report. Retrieved from /eef-guidance-reports/feedback/Teacher_Feedback_to_Improve_Pupil_Learning.pdf?v=1682698186

  • Nicol, D. (2021). The power of internal feedback: exploiting natural comparison processes, Assessment & Evaluation in Higher Education, 46:5, 756-778, DOI: 10.1080/02602938.2020.1823314

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Winstone, N., & Carless, D. (2019). Designing Effective Feedback Processes in Higher Education: A Learning-Focused Approach (1st ed.). Routledge. /10.4324/9781351115940

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Een algemene werkwijze

Om leerlingen te activeren als feedbackgenerators stelde Nicol (2021) een stapsgewijze werkwijze voorop. Een overzicht hiervan, aangevuld met concrete voorbeelden kan je hieronder downloaden.

Figuur 1: Activeer leerlingen als feedbackgenerators (Nicol, 2021)

Digitale mogelijkheden

Je kan verschillende tools inzetten. Zo kan je de leerlingen bijvoorbeeld vragen om hun antwoorden op de drie vragen in de vergelijkingsfase te bundelen in Padlet. Dit biedt een overzicht per leerling dat je kan gebruiken om uiteindelijk zelf feedback te geven. Wat hebben ze meegenomen uit de vergelijkingen die ze maakten? Hebben ze de groeipunten voldoende verbeterd?

Je kan leerlingen ook vragen om hun antwoorden op de drie vragen mondeling te formuleren. Dit kan via Qwiqr of Vocaroo.

Bronnen
open

De vooropgestelde werkwijze is gebaseerd op volgende bron:

  • Nicol, D. (2021). The power of internal feedback: exploiting natural comparison processes, Assessment & Evaluation in Higher Education, 46:5, 756-778, DOI: 10.1080/02602938.2020.1823314

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.