PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Zelfregulatie: wat en waarom?

Learning is not something that happens to students, it is something that happens by students.
Zimmerman, 1989, p. 21

Leren is geen passief proces. Om te leren, moeten leerlingen een actieve rol innemen in het leerproces (hoe leren leerlingen?). Idealiter vergroot deze rol gaandeweg en komt de verantwoordelijkheid voor het leren meer en meer in handen van de leerlingen te liggen, tot ze hun eigen leren kunnen reguleren. Dan zijn ze in staat tot zelfregulatie.

Zelfregulatie: wat en waarom?

Zelfregulatie houdt in dat leerlingen hun eigen leerproces kunnen aansturen en in goede banen leiden door hun leren te plannen, te monitoren (en bij te sturen) en uiteindelijk de doeltreffendheid ervan te evalueren. Zelfregulerende leerlingen zijn zich bewust van hun sterktes en zwaktes en de strategieën die ze inzetten, en ze weten zichzelf te motiveren om hun leren in handen te nemen.

Zelfregulatie is een cyclisch proces waarin verschillende strategieën worden ingezet. Het bestaat uit drie componenten die constant met elkaar interageren

  1. metacognitie,

  2. cognitie,

  3. motivatie.

Het is een doorlopend proces: door (meta)cognitieve vaardigheden toe te passen, optimaliseer je zowel je metacognitieve kennis als je vakkennis en vakgebonden vaardigheden (Figuur 1).

Zelfregulatie zal er in de praktijk altijd anders uitzien, afhankelijk van de leerling, het vak en de opdracht. Toch gebeurt het op een typerende manier: tijdens het leren is er sprake van een wisselwerking tussen cognitieve en metacognitieve strategieën. Leerlingen zetten daarbij cognitieve strategieën in om leerstof te verwerken, en metacognitieve strategieën om hun leren te plannen, vooruitgang te monitoren en het eindresultaat te evalueren. Indien nodig sturen leerlingen bij in functie van een volgende, gelijkaardige opdracht.

Figuur 1: Zelfregulatie (Aangepast uit Quigley, Muijs & Singer, 2018, p. 11)

Heb voldoende aandacht voor de zelfregulatie van leerlingen. Het heeft immers een sterk positief effect op het leren en presteren van leerlingen. Vooral leerlingen die het niet makkelijk hebben op school profiteren van het expliciet aanleren van zelfregulerende vaardigheden. Bovendien stelt Boud (2000) dat zelfregulatie één van de meest essentiële vaardigheden is voor leren op lange termijn.

Zelfregulatie: drie belangrijke tips

Tip 1: Wacht niet te lang met het stimuleren van zelfregulatie

Metacognitie en cognitie vertonen een complexe wisselwerking tijdens het leren. Beide zijn nodig. Bovendien laat onderzoek zien dat leerlingen al vanaf een jonge leeftijd (3 jaar) een breed scala aan metacognitief en zelfregulerend gedrag vertonen, zoals zichzelf doelen stellen en hun eigen begrip controleren (Whitebread & Coltman, 2010).

Tip 2: Breng zelfregulatie aan tijdens vaklessen

Het is zinvoller om metacognitieve strategieën te stimuleren tijdens vaklessen dan hier speciale lessen voor te voorzien. Dit heeft twee redenen:

  • Zelfregulatie is steeds gekoppeld aan een specifiek vak of domein. Het vermogen om te plannen en jezelf bij te sturen is gekoppeld aan de kennis, vaardigheden en ervaringen binnen het dat vak of domein. Zonder voldoende vakinhoudelijke of domeinspecifieke kennis en vaardigheden kan er geen sprake zijn van metacognitie en zelfregulatie.

  • Er is geen automatische transfer van zelfregulerende vaardigheden tussen verschillende vakken of domeinen.

Tip 3: Bied leerlingen voldoende ondersteuning

Het is van cruciaal belang om leerlingen te begeleiden naar meer zelfregulatie. Leerlingen ondervinden immers, om twee redenen, problemen bij het aansturen van hun eigen leerproces:

  • Leerlingen kunnen zichzelf zeer moeilijk inschatten (Dunning-Kruger-effect).

  • Leerlingen hebben de neiging om de minst effectieve (leer)strategieën in te zetten.

Hoe kan je zelfregulatie stimuleren als leraar?

Om de zelfregulatie van leerlingen te stimuleren moet je het leerproces zodanig inrichten dat de leerlingen leren hun rol te pakken in het leerproces, en actief er bij betrokken te worden. Ze moeten leren hoe ze kunnen plannen, monitoren (en bijsturen) en evalueren.

Onderstaand stappenplan (Figuur 2) beschrijft hoe je dit kan doen: via ondersteuning, expliciete instructie en modelleren, komt de verantwoordelijkheid meer en meer bij de leerlingen terecht. Dit is breed toepasbaar: voor elk vak, elke opdracht en bij alle leerlingen, ongeacht hun leeftijd.  

Figuur 2: Stappenplan richting meer zelfregulatie (Aangepast uit Quigley, Muijs & Singer, 2018)
Bronnen
open
  • Allal, L. (2020). Assessment and the Co-regulation of Learning in the Classroom. Assess. Educ. Princ. Pol. Pract. 27 (4), 332–349. doi:10.1080/0969594x.2019.1609411

  • Andrade, H. L., and Brookhart, S. M. (2020). Classroom Assessment as the Coregulation of Learning. Assess. Educ. Princ. Pol. Pract. 27 (4), 350–372. doi:10.1080/0969594x.2019.1571992

  • Boud, D. (2000). Sustainable assessment: Rethinking assessment for the learning society. Studies in Continuing Education, 22, 151-167.

  • Carless, D., & Winstone, N. (2020). Teacher Feedback Literacy and its Interplay with Student Feedback Literacy. Teach. Higher Educ., 1–14. doi:10.1080/13562517.2020.1782372

  • Gulikers, J., & Baartman, L. (2017). Doelgericht professionaliseren: formatieve toetspraktijken met effect! Wat DOET de docent in de klas? Geraadpleegd op: /wp-content/uploads/2015/09/Inhoudelijke-eindrapport_NRO-PPO-405-15-722_DEF.pdf

  • Hoof, T., Surma, T., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2020). Supporting students to become self-regulated learners: teaching metacognition matters. Geraadpleegd op 2 december via https://theeducation.exchange/supporting-students-to-become-self-regulated-learners-teaching-metacognition-matters/

  • Kirschner, P.A. & van Merriënboer, J.J.G. (2013). Do Learners Really Know Best? Urban Legends in Education, Educational Psychologist, 48:3, 169-183. DOI: 10.1080/00461520.2013.804395

  • Panadero, E., Broadbent, J., Boud, D., and Lodge, J. M. (2019). Using Formative Assessment to Influence Self- and Co-regulated Learning: the Role of Evaluative Judgement. Eur. J. Psychol. Educ. 34 (3), 535–557. doi:10.1007/s10212-018-0407-8

  • Pintrich, P. R. (2000). The role of goal orientation in self-regulated learning. In M. Boekaerts, P. R. Pintrich, & M. Zeidner (Eds.), Handbook of self-regulation (pp. 451-502). Academic Press.

  • Quigley, A., Muijs, D., & Stringer, E. (2018) Metacognition and self-regulated learning. Education Endowment Foundation.

  • Whitebread, D. & Coltman, P. (2010) ‘Aspects of pedagogy supporting metacognition and selfregulation in mathematical learning of young children: evidence from an observational study’, ZDM Mathematics Education, 42 (2), 163-178 /10.1007/s11858-009-0233-1

  • Zimmermann, B. (1990). Self-regulated learning and academic achievement: An overview. Educational Psychologist, 25, 3-17.

  • Zimmerman, B. J. (2010) ‘Becoming a Self-Regulated Learner: An Overview’, Theory into Practice, 41 (2).

  • Zimmerman, B. J. (2013). From cognitive modeling to self-regulation: A social cognitive career path. Educational Psychologist, 48, 135-147.

  • Zimmerman, B., & Kitsantas, A. (2007). The Hidden Dimension of Personal Competence: Self-Regulated Learning and Practice. In A.J. Elliot & C.S. Dweck (red.), Handbook of Competence and Motivation (pp. 509-526). New York: Guilford Press.

  • Zimmerman, B. J., & Pons, M. M. (1986). Development of a structured interview for assessing student use of self-regulated learning strategies. American Educational Research Journal, 23, 614-628. doi:10.3102/00028312023004614

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.