PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Mijn leerlingen begrepen niet altijd hoe een nieuwe les aansloot bij de vorige lessen. Dit verduidelijk ik nu altijd heel expliciet in het begin van een nieuwe les met een tijdsbalk of een mindmap. Ik merk dat dit mijn leerlingen veel houvast biedt.
Leraar geschiedenis (1e graad secundair onderwijs)

Beschrijving

Een advance organizer verduidelijkt de leerdoelen en de plaats ervan in het bredere geheel door relaties tussen leerstofonderdelen expliciet te maken. Bij de start van een leerproces kan je hiermee de nodige voorkennis aanbieden waarbinnen leerlingen nieuwe leerstof kunnen kaderen.

Er bestaan verschillende soorten advance organizers. De bekendste zijn de grafische advance organizers zoals mindmaps, tijdsbalken, een spinnenweb, een flowchart, een cyclus, enz. Andere voorbeelden zijn sterke verhalen om stap voor stap de leerinhouden aan op te hangen of analogieën om nieuwe leerstof in verband te brengen met voorkennis.

Voordelen

Een advance organizer

  • … helpt om de nodige voorkennis aan te bieden en/of te reconstrueren.

  • … kan bij de start van het leerproces dienen om een kennisstructuur aan te reiken. Dit helpt om een tekort aan voorkennis deels op te vangen.

  • … kan een hulpmiddel zijn om leerlingen te ondersteunen tijdens het maken van oefeningen.

  • … aanbieden verlaagt de cognitieve belasting.

  • … verduidelijkt relaties tussen leerstofonderdelen. Doordat leerlingen de relaties niet zelf hoeven te ontdekken, bouwen ze kennisschema’s sneller op en leren ze efficiënter.

  • … die informatie zowel via woorden als via beelden presenteert, kan ervoor zorgen dat leerlingen de informatie gemakkelijker onthouden (dual coding).

  • … trekt de aandacht van leerlingen en markeert wat belangrijk is. Zo geeft het richting aan het leerproces.

  • ... verduidelijkt de leerdoelen, waardoor het de zelfregulatie van leerlingen ten goede kan komen.

  • … ondersteunt het gevoel van competentie, wat kan leiden tot meer motivatie.

  • … stimuleert leerlingen om de leerstof actief op te halen uit het geheugen (retrieval practice).

  • … toont wat de leerlingen aanhalen als de essentie van de leerstof. Hiermee kan je nagaan in hoeverre de leerlingen de leerstof begrepen en verwerkt hebben.

Té veel structuur kan zorgen voor een passieve leerhouding, zeker bij sterkere leerlingen. Laat leerlingen zelf aanvullen en nadenken over de relatie tussen de nieuwe leerstof en hetgeen ze reeds weten (gewenste moeilijkheden).

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Ausubel, D.P. (1960). The use of advance organizers in the learning and retention of meaningful verbal material. Journal of Educational Psychology, 51, 267-272.

  • Clark, J.M., & Paivio, A. (1991). Dual coding theory and education. Educational Psychology Review, 3, 149-210.

  • Peeters, W. (2021, 9 februari). Structureer leerstof met een advance organizer. Vernieuwenderwijs. Geraadpleegd op 18 januari 2022, van /advance-organizer-leerstof-structureren/

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers.

Voorbeelden grafische advance organizers

Voorbeelden grafische advance organizers (aangepast van Peeters, 2021)

Voorbeeld analogie uit de geschiedenisles

Eerste wereldoorlog Tweede wereldoorlog
Oorzaken
Aanleiding
Landen
Hoofdpersonages
Belangrijkste gebeurtenissen
Tijd
Slachtoffers
Wapens
Tabel 1: Voorbeeld analogie (aangepast van Peeters, 2021).

Leerlingen betrekken bij de leerdoelen

Je kan leerlingen betrekken bij de leerdoelen door hen (deels) een advance organizer te laten uitwerken:

  • Je kan er zowel voor kiezen om de leerlingen individueel aan de slag te laten gaan als in kleine groepjes.

  • Je kan ervoor kiezen om een deels ingevulde advance organizer te laten aanvullen of je kan een blanco exemplaar volledig laten invullen.

Deze mogelijkheden stellen je in staat om te differentiëren.

EEN VOORBEELD UIT DE LES GESCHIEDENIS (EERSTE GRAAD)
Stap 1: Uitwerking

De leerlingen werken de advance organizer uit.

Bijvoorbeeld om te starten met de les over de Minoïsche beschaving. Ik laat de leerlingen een mindmap invullen met wat ze reeds geleerd hebben over het Middellandse Zeegebied. Welke huidige landen hier liggen, het klimaat en de landschappen, welke andere zeevolkeren hier leven, rond welk jaartal we ons bevinden, enzovoort. Hiermee breng ik eigenlijk in kaart wat de leerlingen nog weten van andere hoofdstukken en wordt het voor de leerlingen duidelijk hoe de les over de Minoïsche beschaving aansluit bij de vorige lessen.

Stap 2: Vergelijken

Ik laat de leerlingen hun mindmaps nadien met elkaar delen met de opdracht om de verschillen en gelijkenissen te bespreken. Ze krijgen de kans om in gesprek te gaan en de mindmap verder aan te vullen op basis van dit gesprek.

Stap 3: Klassikale feedback

De verschillende advance organizers worden klassikaal besproken en voorzien van feedback.

Ik selecteer een aantal mindmaps. Ik trek er dan een foto van, die ik projecteer. We gaan als klas in gesprek op basis van de mindmaps. Wat is er goed? Wat moeten we nog aanvullen? Zo hebben we de voorkennis terug opgehaald en bijgestuurd waar nodig en hebben we een visueel startpunt dat de leerlingen helpt de nieuwe leerstof beter te begrijpen.

Digitale mogelijkheden

Verschillende toegankelijke programma’s kunnen helpen bij het uitwerken en het delen van (aantrekkelijke) advance organizers. Enkele voorbeelden zijn Canva, Pictochart en Coggle.

Bronnen
open

De voorbeelden en werkwijze zijn gebaseerd op volgende bronnen:

  • Peeters, W. (2021, 9 februari). Structureer leerstof met een advance organizer. Vernieuwenderwijs. Geraadpleegd op 18 januari 2022, van /advance-organizer-leerstof-structureren/

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.