PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Ik zorg er altijd voor dat mijn leerlingen perfect weten wat voor oefeningen ze kunnen verwachten op een toets én hoe ze die oefeningen tot een goed einde kunnen brengen! Ik hecht veel belang aan het aanleren van oplossingsstrategieën en stappenplannen.
Leraar lager onderwijs

Beschrijving

Om leerlingen zelfstandig aan de slag te laten gaan, moeten ze over voldoende kwaliteitsbesef beschikken. Dit kan je stimuleren door gebruik te maken van een (deels) uitgewerkt voorbeeld. Dit is een voorbeeld waarin de volledige (of een deel van een) oplossingsprocedure staat beschreven, soms ook met een verklaring van elke stap.  

Een (deels) uitgewerkt voorbeeld kan je inzetten in elke context waarbij telkens eenzelfde structuur, patroon of stappenplan wordt gevolgd. Dit maakt het minder effectief bij complexe opdrachten.

Voordelen

  • Werken met (deels) uitgewerkte voorbeelden is één van de krachtigste instructietechnieken om een oplossingsprocedure aan te leren. Het is vooral effectief bij leerlingen met een beperkte voorkennis.

  • Doordat je de focus legt op de belangrijkste stappen van een oplossingsprocedure, verlaag je de cognitieve belasting. Hierdoor bevorder je het leerproces van leerlingen.

  • Het helpt leerlingen om oplossingsprocedures geleidelijk aan eigen te maken en te transfereren naar nieuwe oefeningen.

  • Je kan differentiëren door er leerlingen mee te ondersteunen bij het zelfstandig oplossen van een opdracht.

  • Je kan (deels) uitgewerkte voorbeelden gebruiken als hulpmiddel bij een gedifferentieerde evaluatie.

  • De uitgewerkte voorbeelden kunnen dienen als vergelijkingsbasis voor het eigen werk. Dit komt de zelfregulatie van leerlingen ten goede (meer kan je hier lezen).

  • Door deels uitgewerkte voorbeelden te laten aanvullen, krijg je een beeld van de stap(pen) waar het fout loopt. Hierdoor kan je gerichte procesfeedback geven.

  • Je kan het inzetten om leerstof te herhalen en de voorkennis van leerlingen in kaart te brengen. 

Voorkom een te bruuske overgang naar een zelfstandige uitvoering. Hanteer eerst deels uitgewerkte voorbeelden en laat gaandeweg meer tussenstappen weg.

Leerlingen die reeds over behoorlijk wat expertise of voorkennis beschikken, profiteren niet meer  van (deels) uitgewerkte voorbeelden (expertise reversal effect). Het kan hun leerproces zelfs belemmeren. Deze leerlingen hebben vaak meer baat bij het zelfstandig uitwerken van opdrachten.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • De Bruyckere, P. (2023, 22 februari). Nieuwe meta-analyse toont de effectiviteit van worked examples (Jeroen Janssen). X, Y of Einstein? Geraadpleegd op 22 februari 2023, van /2023/02/22/nieuwe-meta-analyse-toont-de-effectiviteit-van-worked-examples-jeroen-janssen/

  • Kneyber, R., Sluijsmans, D., Devid, V., & Wilde López B. (2022). Formatief handelen. Van instrument naar ontwerp. Culemborg: Phronese.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2022). Doorloopjes 2. Coachen op didactiek in 5 stappen. Culemborg: Phronese.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Wiliam, D. (2011). Embedded Formative Assessment, Solution Tree Press, Bloomington, IN.

Enkele praktijkvoorbeelden

EEN VOORBEELD UIT DE LES FRANS (EERSTE GRAAD)

“L’imparfait” peut être formé en trois étapes:

  1. On prend “la forme nous” du verbe à l’indicatif présent

  2. On supprime -ONS

  3. On ajoute les terminaisons suivantes: -ais, -ais, -ait, -ions, -iez, -aient

Exemple concret de la conjugaison du verbe ‘écrire’: 

  1. Nous écrivons

  2. écrivons

  3. J’écrivais

EEN VOORBEELD UIT DE LES FRANS (TWEEDE GRAAD)

Exercice: Remplace le pronom par un pronom personnel. Suis les étapes.

J’ai oublié de téléphoner à mamie.

  1. Où le pronom se trouve-t-il ? Souligne-le.

  2. On remplace ce pronom par quel pronom personnel ?

  3. Attention à la place du pronom personnel.

Exemple:

  1. J’ai oublié de téléphoner à mamie.

  2. à mamie = COI à lui

  3. J’ai oublié de lui téléphoner.

 Je ne vais pas aller au cinéma.

  1. Je ne vais pas aller au cinéma.

  2. au cinéma = y

Je viens d’acheter cette chemise.

  1. Je viens d’acheter cette chemise.

Elle a acheté du pain.

Praktijkvoorbeeld: Wiskunde

Bron: https://jvremoortere.wordpress.com/tag/werkvormen/

Praktijkvoorbeeld: Tekenen

7 mogelijke werkwijzen

Je kan op verschillende manieren aan de slag met (deels) uitgewerkte voorbeelden:

1. Beargumenteren

Schotel de leerlingen twee mogelijke oplossingswijzen voor: één juiste en één foute. Laat de leerlingen samenwerken en verklaren welke van de twee correct is. Moedig de leerlingen aan om hun antwoord in detail te beargumenteren.

2.Vergelijken

Indien een leerstofonderdeel of opdracht zich hiertoe leent, kan je de leerlingen meerdere voorbeelden voor eenzelfde opdracht met elkaar laten vergelijken. Laat hen de oplossingsstrategie kiezen die voor hen het beste werkt en/of het duidelijkst is.

3. Zelf verklaren

Bezorg de leerlingen een (deels) uitgewerkt voorbeeld zonder verklaring voor de tussenstappen. Geef de leerlingen de opdracht om de tussenstappen zelf te verklaren.

4. Controleer

Laat de leerlingen de stappen van een uitgewerkt voorbeeld toepassen op een ander concreet voorbeeld. Hierdoor kan je controleren of de leerlingen de tussenstappen begrijpen.

5. Ondersteuningsstrategie

Je kan (deels) uitgewerkte voorbeelden gebruiken om leerlingen gericht te ondersteunen: volledig uitgewerkte voorbeelden voor beginners, deels uitgewerkte voorbeelden voor leerlingen die verder gevorderd zijn en geen ondersteuning voor leerlingen die de leerstof machtig zijn.

6. Peer tutoring

Je kan (deels) uitgewerkte voorbeelden inzetten om leerlingen elkaar te laten ondersteunen en/of uitleg te laten geven. De (deels) uitgewerkte voorbeelden geven een duidelijke, herkenbare structuur waarop leerlingen hun uitleg kunnen baseren. 

7. Terughalen

Oefening baart kunst. Onder dit motto kan je leerlingen de oplossingsprocedure actief laten terughalen uit het geheugen (retrieval practice). Dit zal leerlingen helpen de procedure beter en langer te onthouden.

Digitale mogelijkheden

Er bestaan verschillende digitale mogelijkheden om (deels) uitgewerkte voorbeelden te presenteren. Je kan ervoor kiezen posters te maken die een oplossingsprocedure op een aantrekkelijke manier visualiseren. Een voorbeeld van een tool is Canva. Ook bestaan er verschillende screenrecording of videoprogramma’s waarmee je korte video’s kan maken en delen met leerlingen.

Bronnen
open

De verschillende werkwijzen zijn gebaseerd op volgende bronnen:

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2022). Doorloopjes 2. Coachen op didactiek in 5 stappen. Culemborg: Phronese.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

  • Vanhoof, S., & Speltincx, G. (2021). Feedback in de klas. Verborgen leerkansen. Leuven: Lannoo Campus.

  • Wiliam, D. (2011). Embedded Formative Assessment, Solution Tree Press, Bloomington, IN.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.