Je kan het leerproces bewust moeilijker maken (gewenste moeilijkheden) door leerlingen gevarieerd te laten oefenen (interleaved practice). Dit houdt in dat je aan elkaar gerelateerde leerstofonderdelen en oefeningen of oefeningentypes gevarieerd en door elkaar aanbiedt en inoefent, in plaats van dit gegroepeerd te doen (Figuur 1).
Intuïtief kan het logischer en effectiever aanvoelen om leerstofonderdelen gegroepeerd aan te brengen en in te oefenen. Toch is dit niet de meest effectieve werkwijze. Verscheidene onderzoeken in verschillende domeinen tonen immers aan dat net het afwisselend aanbrengen en inoefenen van verschillende leerstofonderdelen het leren op lange termijn bevordert. Dit is te verklaren doordat leerlingen worden geactiveerd om zelf na te denken over het type oefening en de concepten. Hierdoor moeten ze ook zelf op zoek gaan naar de geschikte oplossingsstrategie en manier van werken, in plaats van steeds dezelfde werkwijze toe te passen.
Dit versterkt eerst en vooral de associatie tussen specifieke soorten problemen en concepten en een bijpassende oplossingsstrategie. Dit zorgt voor een beter probleemoplossend vermogen en voor een bredere kennisbasis. Daarnaast worden leerlingen verplicht om actiever na te denken, wat leidt tot meer leren (hoe leren leerlingen?).
Voordelen
Naast de positieve impact op het leren op de lange termijn, heeft gevarieerd oefenen nog een aantal bijkomende voordelen:
Gevarieerd oefenen bevordert de transfer van kennis en vaardigheden, waardoor leerlingen deze in andere, nieuwe contexten kunnen gebruiken.
Indien je meerdere leerstofonderdelen of oplossingsstrategieën wil bevragen met een toets, zal gevarieerd oefenen resulteren in hogere scores.
Door gevarieerd te oefenen, gaan leerlingen op den duur minder fouten maken wat betreft hun keuze voor een oplossingsstrategie of werkwijze.
Het is een eenvoudige strategie om te implementeren in de klas: het is een aanvulling op de huidige manier van lesgeven waardoor je je aanpak niet volledig overboord hoeft te gooien. Bovendien kost het geen extra tijd of inzet.
Gevarieerd oefenen: 4 tips
Tip 1: Verduidelijk de redenen
Vraag leerlingen naar welke werkwijze voor hen het beste werkt (gevarieerd of gegroepeerd oefenen) en het antwoord zal vrij unaniem zijn: gegroepeerd. Dit is te verklaren door het comfortabele gevoel dat het teweegbrengt: leerlingen moeten minder hard nadenken en kunnen vaak blindelings een oplossingsstrategie toepassen. De leerlingen zijn dit ook gewend. Het overgrote deel van de methoden en lessen is op deze manier opgebouwd. Het is belangrijk om bij de implementatie van de werkwijze te verduidelijken waarom je dit doet.
Tip 2: Voorzie feedback
Door gevarieerd te werk te gaan, bestaat de kans dat leerlingen meer fouten maken tijdens het oefenen. Het is belangrijk om voldoende (motiverende) feedback te geven waarmee je de leerlingen vooruit helpt.
Tip 3: Maak het niet té moeilijk
Maak de oefenmomenten niet té moeilijk. De motivatie van leerlingen staat en valt met succeservaringen en een gevoel van competentie. Om hen gemotiveerd te houden én interleaved aan de slag te laten gaan, kan je voor een tussenvorm kiezen: laat de leerlingen eerst geblokt werken en varieer pas nadien. Op het einde van de rit blijkt dit iets minder effectief te zijn, maar de leerlingen ervaren hierdoor wel meer succeservaringen. Laat leerlingen ook enkel gevarieerd oefenen van zodra ze over voldoende kennis van de verschillende leerstofonderdelen beschikken.
Tip 4: Aan elkaar gerelateerde leerstof
Zorg ervoor dat de leerstof nauw met elkaar verbonden is. Mix geen onderwerpen die helemaal geen raakvlakken hebben. Hiermee zou je de cognitieve belasting nodeloos verhogen.
Bandura, A. (1993). Perceived Self-Efficacy in Cognitive Development and Functioning. Educational Psychologist, 28, 117-148. /10.1207/s15326985ep2802_3
Dunlosky, J. (2013). Strengthening the student toolbox: Study strategies to boost learning. American Educator, 37(3), 12-21.
Kirschner, P. (2018, 2 oktober). Tips: gevarieerd oefenen. Didactief. Geraadpleegd op 11 april 2023, van /blog/paul-kirschner/tips-gevarieerd-oefenen
Kornell, N., & Bjork, R. A. (2008). Learning concepts and categories: Is spacing the “enemy of induction”? Psychological Science, 19, 585-592.
Rohrer, D., & Taylor, K. (2006). The effects of overlearning and distributed practice on the retention of mathematics knowledge. Applied Cognitive Psychology, 20, 1209–1224.
Rohrer, D. Dedrick, R.F., & Hartwig, M.K. (2020). The scarcity of interleaved practice in mathematics textbooks. Educational Psychology Review, 32, 873-883.
Taylor, K., & Rohrer, D. (2010). The effect of interleaving practice. Applied Cognitive Psychology, 24, 837–848.
Van Merriënboer, J. J. G., & Kirschner, P. A. (2018). Ten steps to complex learning (3rd edition). New York, NY: Routledge.