PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Ik ga nu vrij klassiek te werk. Ik stel een vraag en laat één van de leerlingen die hun hand opsteken antwoorden. Misschien is dit toch niet de beste werkwijze. Het antwoord komt meestal van de snelste leerlingen. De andere leerlingen hoor ik zelden en eigenlijk is dat mijn eigen schuld. Ze worden wat gepakt op snelheid.
Leraar fysica (2e graad secundair onderwijs)

Beschrijving

Leren kost moeite. Enkel wanneer leerlingen nadenken en de leerstof actief verwerken, zullen ze leren. Je zorgt er dus best steeds voor dat leerlingen voldoende denktijd krijgen om actief aan de slag te gaan met de leerstof.

Voordelen

  • Je biedt elke leerling de kans om actief na te denken over de leerstof (hoe leren leerlingen?).

  • Door denktijd te garanderen, bevorder je het leren van alle leerlingen, niet enkel van de snelste.

  • Leerlingen die voldoende denktijd krijgen, geven vaker een correct, compleet en kwalitatief antwoord.

  • Met meer denktijd, groeit het besef dat er een beter doordacht antwoord wordt verwacht. Hierdoor zullen leerlingen hun antwoorden spontaner toelichten.

Uit onderzoek blijkt dat leerlingen vaak minder dan een seconde de tijd krijgen om een vraag te beantwoorden.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Barton, C. (2023). Tips for Teachers: 400+ Ideas to improve your teaching. John Catt Educational Ltd.

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

  • Lyman, F. T. (1981). The responsive classroom discussion: The inclusion of all students. Mainstreaming Digest, 109, 113.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Alternatieve werkwijze: Denken, delen, uitwisselen

De ‘denken, delen, uitwisselen’-methode is een effectieve werkwijze om voldoende denktijd te garanderen en deze duidelijk te structureren. Je doorloopt drie stappen:

Stap 1: Denken

Je stelt een vraag, waarna de leerlingen eerst individueel nadenken over hun antwoord. Laat hen de antwoorden beknopt neerschrijven, loop rond, stuur bij, vraag door en controleer of iedereen daadwerkelijk nadenkt over de vraag (niet elke leerling die ‘geconcentreerd’ naar een blad staart, is ook effectief aan het nadenken).

Om richting te geven aan het denkproces, kan het helpen om een duidelijk doel voorop te stellen, zoals ‘bespreek het proces in 5 stappen’ of ‘geef 3 concrete voorbeelden van …’.

Denk op voorhand goed na over de hoeveelheid denktijd die je de leerlingen zal geven. Dit kan variëren afhankelijk van de vraag. Moedig de leerlingen verder ook aan deze tijd ten volle te gebruiken.

Stap 2: Delen

In deze stap delen de leerlingen hun antwoorden met een medeleerling. Hierbij lichten ze mondeling toe hoe ze tot hun antwoord kwamen. De bedoeling is om uiteindelijk tot een gedeeld antwoord te komen. Deze fase biedt leerlingen een veilige context (ze toetsen af per twee) om te ontdekken of hun antwoord in lijn ligt met dat van een klasgenoot of om eventuele problemen samen te bespreken.

Wees betrokken: loop rond en luister actief mee. Dit kan je helpen om interessante ideeën of belangrijke misvattingen op te pikken. Door rond te lopen, houd je de gesprekken bovendien gefocust. Dit is extra belangrijk bij moeilijkere vragen, waarvoor de leerlingen meer tijd kregen.

Stel de duo’s slim samen. Denk op voorhand goed na waar jouw leerlingen voor de specifieke vraag het meeste baat bij hebben: homogene of heterogene groepjes. Probeer te voorkomen dat één leerling de 'deel'-fase domineert.

Je kan deze stap meerdere keren herhalen. Op deze manier kunnen leerlingen de kwaliteit van hun antwoord verschillende keren aftoetsen en hun antwoord gaandeweg bijsturen of vervolledigen.

Stap 3: Uitwisselen

Ten slotte wisselen de duo’s hun ideeën uit met de volledige klas. Laat één van de groepsleden verslag uitbrengen van hun overlegmoment. Hierdoor moeten leerlingen de ideeën en antwoorden van hun partner herhalen en in eigen woorden vertalen.

Laat leerlingen ook delen waar ze nog onzeker over zijn. Speel deze onzekerheden door en laat leerlingen elkaar aanvullen of verder bouwen op elkaars antwoord.

Enkele algemene tips

  1. Verleng geleidelijk aan: Het kan wat onnatuurlijk aanvoelen om een pauze in te lassen nadat je een vraag hebt gesteld. Het tempo van de les wordt namelijk vaak bepaald door de snelste leerlingen die als eerste hun vinger opsteken. We raden aan om te wennen aan de aanpak en de denktijd geleidelijk aan te verlengen.

  2. Routine: Leg jouw leerlingen duidelijk uit waarom je hen deze denktijd geeft tussen de vraag en het antwoord. Bespreek de voordelen en het doel hierachter. Doe dit ook consistent en maak van de werkwijze routine. 

  3. Bereid voor: Ook voor de leerlingen kan dit wat onwennig aanvoelen. Bereid hen dan ook voor op deze manier van werken. Verduidelijk wat je van hen verwacht en hoe ze de extra tijd concreet kunnen aanwenden.

  4. Duid willekeurig aan: Het voorzien van voldoende denktijd in combinatie met het willekeurig aanduiden van leerlingen, stelt je in staat een zo groot mogelijk aantal leerlingen te activeren.

EEN VOORBEELD UIT DE LES CHEMIE (TWEEDE GRAAD)

Ik stel mijn vraag en wacht ongeveer tien seconden. Ik zet mij op een strategische plaats in het lokaal, zodat ik alle leerlingen in de gaten heb. Na die tien seconden duid ik iemand aan om de vraag te beantwoorden … en dan kies ik niet altijd voor iemand waarvan ik weet dat hij of zij het antwoord weet. Neen, ik wil iedereen aan bod laten komen tijdens de les. Mijn leerlingen weten dit, waardoor ze niet meteen hun hand in de lucht steken.

De kracht van het combineren van denktijd en het willekeurig aanduiden van leerlingen komt duidelijk naar voor in onderstaande illustratie.

Digitale mogelijkheden

Je kan deze werkwijze ook implementeren in een volledige online of blended leeromgeving.

Bronnen
open

De inhoud op deze pagina is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Barton, C. (2023). Tips for Teachers: 400+ Ideas to improve your teaching. John Catt Educational Ltd.

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.