PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Een tijdje geleden las ik voor de eerste keer over exit tickets. Ik was meteen verkocht en pas dit nu bijna elke dag toe. Ik kan op een eenvoudige manier nagaan of de leerlingen de belangrijkste zaken begrepen hebben. Op basis hiervan kan ik bijvoorbeeld differentiëren of bepaalde zaken klassikaal herhalen.
Leraar lager onderwijs

Beschrijving

Een exit ticket is een werkwijze waarbij je de leerlingen op het einde van de les (of dag) één of meerdere vragen of een kort opdrachtje aanbiedt. Hiermee ga je na in hoeverre de leerlingen de leerstof beheersen en/of hoe ze de les beleefd hebben. Bij het verlaten van het lokaal leveren ze het exit ticket in, waarna je wat tijd neemt om de antwoorden door te nemen. Het doel is om bloot te leggen waar je tijdens de volgende lessen bij kan aansluiten en waar je best op let.

Voordelen

  • Je krijgt zicht op het denken van alle leerlingen, waardoor je kennishiaten en misvattingen vroeg kan identificeren en snel kan inspelen op de leerbehoeften van leerlingen.  

  • Het geeft aanleiding tot differentiatie en andere vormen van ondersteuning van het leerproces.

  • Exit tickets kan je gebruiken om leerstof geregeld te herhalen (retrieval practice).

  • Exit tickets zetten leerlingen aan tot reflectie over hun leerproces. Op deze manier dragen ze bij tot hun zelfregulatie (meer kan je hier lezen).

  • Je kan de exit tickets meenemen naar huis of de leraarskamer. Dit geeft je wat tijd om ze door te nemen. Je kan hierdoor meer en diepgaandere vragen stellen dan bij ‘alle-leerlingen-geven-antwoord’.  

  • Leerlingen kunnen hun exit ticket anoniem invullen, wat de angst om fouten te maken zal verminderen.

  • Door alle leerlingen te laten antwoorden, stel je hoge verwachtingen aan elke leerling.

  • Het is tijdsefficiënt en een zinvolle invulling van de laatste minuten van de les.

Leer de leerlingen werken met exit tickets. Start met het stellen van gesloten of meerkeuzevragen en schakel pas nadien over op open vragen. Integreer de werkwijze stelselmatig in de dagelijkse routine.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Barton, C. (2023). Tips for Teachers: 400+ Ideas to improve your teaching. John Catt Educational Ltd.

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

Mogelijke werkwijzen

Het doel van een exit ticket is bloot te leggen waar je tijdens de volgende les(sen) bij kan aansluiten en waarop je best let. Dit kan op verschillende manieren. Een aantal mogelijkheden:

Bespreken in duo’s

Nadat je een duidelijk beeld hebt van de vaakst gemaakte fouten, kan je ervoor kiezen om de exit tickets, zonder verbetering of feedback, opnieuw uit te delen en per twee te laten vergelijken, bespreken en verbeteren. Voorzie nadien een klassikale bespreking waarbij je de leerlingen verslag laat uitbrengen over de foutjes die ze maakten en welke aanpassingen ze deden op basis van het overleg. Koppel hierna terug naar de vaakst gemaakte fout(en) die jij identificeerde.

Klassikale feedback

Je kan klassikale feedback geven op basis van de antwoorden van de leerlingen. Dit kan je bijvoorbeeld door één of enkele exit tickets te projecteren en klassikaal te bespreken. Wat liep er goed? Waar werd een foutje gemaakt? Hoe kan dit in de toekomst vermeden worden? Een andere mogelijkheid is om de leerlingen een aantal exit tickets te laten rangschikken van minst tot meest kwalitatief, met de opdracht om zelf bijhorende feedback te voorzien. Zie ook klassikale feedback.

Differentiëren

Indien je de leerlingen hun naam laat noteren op het exit ticket kan je gericht differentiëren op basis van de antwoorden. Dit kan bijvoorbeeld door een deel van de leerlingen verlengde instructie te bieden terwijl de andere leerlingen aan de slag gaan met verdiepende opdrachten.

Zelfinschatting

Leerlingen kunnen zichzelf inschatten door drie stapeltjes te voorzien: ‘ik snap het’, ‘ik heb nog wat hulp nodig’ en ‘ik snap er nog niet zo veel van’. De leerlingen leveren hun ingevulde exit ticket in door dit op één van de drie stapels te leggen. Zo kan je naast het begrip ook nagaan hoe leerlingen zichzelf inschatten.

Herhalen, spreiden en variëren

Je kan exit tickets inzetten om leerstof te herhalen en gespreid in te oefenen. Dit kan door ook vragen over voorgaande lessen op te nemen. Daardoor zullen de leerlingen de leerstof langer en beter onthouden.

Concrete voorbeelden

Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?

Vraag de leerlingen een samenvattende zin te schrijven die antwoord geeft op de "wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe"-vragen. Hiermee verplicht je hen actief na te denken over de leerstof en verbanden te leggen.

1 minuut nadenken, 2 minuten delen

Geef de leerlingen een minuut de tijd om zoveel mogelijk neer te schrijven over de les. Stel vervolgens een digitale klok in op twee minuten en vraag aan een willekeurige leerling één gedachte te delen over wat hij of zij geleerd heeft die les. Nadien is de volgende aan de beurt. Herhaal dit een aantal keer en verzamel nadien de exit tickets.

De leerdriehoek

Je kan de leerlingen na afloop van de les(senreeks) de leerdriehoek laten invullen. Dit geeft inzicht in wat de leerlingen geleerd hebben en meenemen uit de les, en waar extra uitleg nodig is.

Figuur 1: De leerdriehoek (Pennewaard & van Silfhout, 2021)

Afscheidsnemer

De laatste minuut van de les duid je een leerling aan die de les samenvat in de drie belangrijkste punten. Daarna mag deze leerlinge afscheid nemen, zoals hij of zij zelf wil. Dit zal de leerlingen motiveren om de belangrijkste punten van de les te vatten.

60 seconden post-it

Je bezorgt elke leerling een post-it. Op het einde van de les geef je hen 1 minuut de tijd om te noteren ‘wat bleef plakken’. Bij het naar buiten gaan, kleven ze de post-it op het raam, bord, … en schatten ze zichzelf in. De post-it hoog hangen betekent dat ze zichzelf hoog inschatten en omgekeerd. Geef de leerlingen de kans om de post-it te herplakken tijdens andere lesmomenten. Op deze manier laat je de leerlingen actief reflecteren over hun leerproces.

Het 3-2-1 ticket

Maak aan het einde van de les gebruik van het 3-2-1 ticket (dat je kan downloaden op de website van Klasse). Moedig je leerlingen aan om iets door te vertellen aan hun ouders, vriend(inn)en, broers en zussen.

Na deze les wil ik...

Sluit de les af met het exit ticket dat je kan downloaden op de website van Klasse. De leerlingen verwerken de leerstof hiermee niet actief, maar de antwoorden geven informatie die nuttig is voor de vervolgstappen in het instructie- en leerproces. Het is een goed idee om dit te combineren met andere vragen, die het begrip van leerlingen verder aftoetsen.

Aanvulvragen

Onderstaande vragen geven je als leraar niet meteen inzicht in de mate waarin de leerlingen de leerstof beheersen. Het is echter een interessante werkwijze om de de leerlingen te laten reflecteren over hun leerproces. Zo verbeteren ze hun zelfregulerende vaardigheden.

The big question

Laat de leerlingen volgende vraag beantwoorden. Als je binnen exact één jaar de vraag krijgt wat het belangrijkste is om te onthouden over de les van vandaag, wat zou dat zijn? Hiermee verplicht je de leerlingen actief na te denken over de kern van de les.

BINGO

Bezorg de leerlingen onderstaande BINGO-fiche. De bedoeling is om de leerlingen de verschillende opdrachten te laten maken overheen verschillende lessen. Je kan dit zelf sturen of de leerlingen autonoom laten kiezen welke activiteit(en) ze wanneer uitvoeren.

Maak een mindmap met de belangrijkste begrippen uit de les. Stel 5 meerkeuzevragen op over de leerstof. Stel 5 'waar-of-niet-waar'-vragen op over de leerstof.
Kies 5 kernwoorden over de leerstof en leg uit waarom je deze woorden hebt gekozen. Maak een samenvatting van maximaal vier zinnen. Maak een spiekbriefje over de leerstof.
Bedenk een toetsvraag over de leerstof en voorzie ook een correctiesleutel. Maak een lijst van 5 kernwoorden en koppel deze aan een ander onderwerp of een ander vak. Maak een lijst van 5 kernwoorden en leg uit hoe deze samenhangen.

Ingangsticket

Als variant op het exit ticket, waarmee leerlingen de les verlaten, kan je de leerlingen ook ‘toegang geven’ tot de les door hen een ingangsticket te bieden. De leerlingen beantwoorden bij de start van de les een vraag (of een aantal korte vraagjes) waarin wordt gepeild naar hun beheersing van de leerstof uit een vorige les. Zo kan je de relevante voorkennis reconstrueren.

Zorg ervoor dat de antwoorden snel te analyseren zijn. De informatie die je hiermee verzamelt, moet je bijna onmiddellijk inzetten om feedback te geven of de les aan te passen. Het gebruik van een exit- en entreeticket kan natuurlijk ook in combinatie. Onderstaand voorbeeld ontlenen we van een juf uit het vierde leerjaar die elke dag start met het ‘5-minutenblaadje’ voor ze écht van start gaat. Hiermee controleert ze op een efficiënte manier in hoeverre de leerlingen bepaalde concrete doelen al beheersen.

Klik hieronder op de dagen aan de rechterkant om de opdrachten per dag te ontdekken!

Digitale mogelijkheden

Verschillende tools stellen je in staat om de antwoorden van leerlingen te verzamelen en te analyseren. Een bijkomend voordeel is dat je de antwoorden van leerlingen eenvoudig kan projecteren om ze vervolgens klassikaal te bespreken. Twee voorbeelden van tools die hiervoor kunnen dienen zijn Exitticket.nl en Padlet.

Bronnen
open

De werkwijzen en voorbeelden zijn gebaseerd op volgende bronnen:

  • Barton, C. (2023). Tips for Teachers: 400+ Ideas to improve your teaching. John Catt Educational Ltd.

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

  • Pennewaard, L., & van Silfhout, G. (2021, 2 februari). Activiteit 18 - Leerdriehoek (einde les). SLO. Geraadpleegd op 2 december 2022, van /@13406/activiteit-18/

  • Sherrington, T., & Caviglioli, O. (2021). Doorloopjes. Een visuele ontwerpgids voor leraren. Culemborg: Phronese.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.