PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Eigenlijk leren we onze leerlingen vooral aan om de vragen van leraren te beantwoorden. Ze leren niet zelf nadenken over goede vragen, terwijl dit juist enorm leerrijk is. Het is op die manier dat ze de kern van de zaak leren zien.
Leraar lager onderwijs

Beschrijving

Bij deze werkwijze gaan leerlingen zelf (toets)vragen en bijhorende antwoorden opstellen bij een leerstofonderdeel én gaan ze aan de slag met deze vragen.

Voordelen

  • Je kan nagaan wat de leerlingen aanhalen als de essentie van de leerstof. Dit geeft aan in hoeverre ze de leerstof begrijpen. 

  • Leerlingen leren beter om de hoofd- en bijzaken van elkaar te scheiden.

  • Leerlingen verwerken de leerstof op een actieve manier (hoe leren leerlingen?)

  • Je kan vragen op verschillende manieren gebruiken: om leerstof geregeld te herhalen (retrieval practice) en om voorkennis te reconstrueren.

  • Het opstellen én beantwoorden van verschillende vragen zorgt voor een beter begrip van de verwachtingen.

  • Opstellen en beantwoorden van (toets)vragen is een effectieve studeerstrategie. Door deze expliciet in te zetten in een vak, vergroot je de kans dat leerlingen dit zelfstandig toepassen. 

  • Het zet leerlingen aan tot reflectie over wat ze al begrijpen en beheersen en welke stappen ze verder kunnen zetten. Het draagt met andere woorden bij tot de zelfregulatie (meer kan je hier lezen).

  • Het heeft een positieve impact op de motivatie van leerlingen.

Leerlingen zullen niet automatisch kwalitatieve of nuttige vragen stellen. Begeleid hen hierin. Bespreek een aantal vragen van verschillende kwaliteit, zodat je samen een idee vormt wat ‘een goede vraag’ betekent.

Ga de kwaliteit van de vragen steeds na, zeker als je juist met de werkwijze start.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Brod, G. (2021). Generative learning: Which strategies for what age? Educational Psychology review, 33, 1295-1318.

  • Buelens, W. (2020, 19 november). Combineer effectieve leerstrategieën door Make & Take Quizzes. ExCEL. Geraadpleegd op 28 maart 2023, van /2020/11/combineer-effectieve-leerstrategieen-door-make-take-quizzes/

  • Gallagher, K. M. (2020). Using “Make & Take Quizzes” to Improve Exam Performance and Engage Students in Effective Study Strategies. Teaching of Psychology. /10.1177/0098628320957991

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

  • Wiliam, D., & Leahy, S. (2019). Formatief evalueren in de praktijk. Bazalt Educatieve Uitgaven.

Mogelijke werkwijzen

  1. Flashcards: Leerlingen stellen flashcards op. Deze kaartjes bevatten op de voorkant een vraag en op de achterkant het bijhorende antwoord. Op basis van de flashcards kan je leerlingen de opdracht geven elkaar te ondervragen, te evalueren en feedback te geven. Ook kunnen de leerlingen hun flashcards onderling uitwisselen zodat elke leerling verschillende vragen voorgeschoteld krijgt. Je kan de flashcard bovendien inzetten om leerstof te herhalen door deze op een later moment terug in te zetten en de leerlingen zichzelf te laten testen.

  2. Voorbeeldtoets: (Een selectie van) opgestelde vragen en bijhorende antwoorden kan je gebruiken als voorbeeldtoets ter voorbereiding van een evaluatiemoment.

  3. Vragendatabank: Je kan alle vragen verzamelen in een vragendatabank (een bokaaltje, brooddoos, Word-bestand, enz.). Uit deze databank kan je putten om een korte quiz te houden op het einde van een les of om een exit ticket op te stellen.

  4. Ingangsticket: De zelf opgestelde vragen kan je ook hanteren als entreeticket: start de les (of dag) met twee vragen die je door elke leerling laat beantwoorden en bespreek de antwoorden klassikaal.

  5. Summatief gebruik: Je kan de (toets)vragen die leerlingen opstellen ook daadwerkelijk gebruiken op een klassieke toets. Dit zal leerlingen verder motiveren goed na te denken over de vragen die ze stellen.

Digitale mogelijkheden

Er bestaan verschillende digitale tools om leerlingen vragen te laten opstellen en elkaars vragen te laten beantwoorden. Een voorbeeld is peertest.nl. Deze tool heeft heel wat meerwaarde:

  • Leerlingen kunnen hun vragen anoniem opstellen en beantwoorden.

  • Als leraar krijg je alle vragen te zien. Deze kan je voorzien van feedback.

  • Leerlingen beoordelen de kwaliteit van de antwoorden van hun medeleerlingen door ze te rangschikken van mindere naar betere kwaliteit. Dit bevordert de verdere ontwikkeling van een kwaliteitsbesef bij leerlingen.

Er bestaan verschillende websites die toelaten om digitale flashcards op te stellen. Eén van de bekendste voorbeelden is Quizlet.

Andere websites helpen om de vragen van leerlingen op een eenvoudige manier te verzamelen en nadien de kwaliteit ervan te controleren. Voorbeelden zijn Google Forms en Padlet.

Bronnen
open

De mogelijke werkwijzen zijn gebaseerd op volgende bronnen:

  • Brod, G. (2021). Generative learning: Which strategies for what age? Educational Psychology review, 33, 1295-1318.

  • Buelens, W. (2020, 19 november). Combineer effectieve leerstrategieën door Make & Take Quizzes. ExCEL. Geraadpleegd op 28 maart 2023, van /2020/11/combineer-effectieve-leerstrategieen-door-make-take-quizzes/

  • Gallagher, K. M. (2020). Using “Make & Take Quizzes” to Improve Exam Performance and Engage Students in Effective Study Strategies. Teaching of Psychology. /10.1177/0098628320957991

  • Lemov, D. (2021). Teach Like a Champion 3.0. San Francisco, CA: Jossey-Bass, a Wiley brand.

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.