Ik zie mijn leerlingen dagelijks, meestal zelfs voor meerdere lesuren. Dit schept kansen om op verschillende manieren aan de slag te gaan en om gevarieerd te evalueren. Toch grijp ik momenteel vooral terug naar toetsen die ik geef op het einde van een leerstofonderdeel. Hiermee bevraag ik de kennis en vaardigheden van mijn leerlingen. Er zijn waarschijnlijk betere alternatieven, maar ik weet niet goed welke. Inspiratie om het anders aan te pakken is zeker welkom!
Beschrijving
Breed evalueren betekent kijken naar het totale profiel van leerlingen (niet enkel kennis, maar ook bijvoorbeeld talenten, motivatie, attitudes, of mogelijkheden). Dit gebeurt vanuit verschillende invalshoeken, gemeten met verschillende instrumenten en geobserveerd in verschillende (authentieke) contexten. De evaluatie is aangepast aan de heterogeniteit van de groep (gedifferentieerd evalueren) en leerlingen krijgen een stem in het evaluatieproces.
Breed evalueren kan je op heel diverse manieren invullen. Om bovenstaande principes in de praktijk te brengen, kan je gebruik maken van de WWHWW-richtvragen:
Waartoe evalueer ik?
Wat wil ik evalueren?
Hoe wil ik evalueren?
Wie evalueert (mee)?
Wanneer evalueer ik (frequentie en timing)?
Voordelen
Aan de hand van de richtvragen denk je actief na over de leerdoelen en de methoden waarmee je deze in kaart brengt. Dit zorgt voor een constructieve afstemming tussen de leerdoelen, de onderwijsactiviteiten en de summatieve evaluatie.
De richtvragen nodigen uit om evaluaties creatief en gevarieerd te ontwerpen en kritisch te onderzoeken. Dit kan de kwaliteit van evaluaties ten goede komen.
Wie breed evalueert, evalueert op een objectievere manier. Het beeld van leerlingen wordt vollediger en correcter.
Doordat de focus op de formatieve functie vergroot, speel je gerichter in op de leerbehoeften van leerlingen. Het stelt je in staat de leerkansen van alle leerlingen te maximaliseren.
Door leerlingen te betrekken bij het evaluatieproces zorg je ervoor dat ze meer inzicht krijgen in hun eigen leren. Dit bevordert de zelfregulatie en het eigenaarschap van leerlingen (meer kan je hier lezen).
Doordat leerlingen inzicht krijgen in hun leerproces en ondersteuning krijgen op maat van hun behoeften, draagt breed evalueren bij aan de motivatie van leerlingen.
Breed evalueren resulteert in een correcter en breder beeld van leerlingen. Dit stelt je in staat om correctere beslissingen te nemen in functie van de verdere onderwijsloopbaan van leerlingen.
Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.
De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:
Birenbaum, M. (2016). Assessment Culture Versus Testing Culture: The Impact on Assessment for Learning. In D. Laveault & L. Allal (Eds.), Assessment for Learning: Meeting the Challenge of Implementation. Dordrecht: Springer. Birenbaum, M., Kimron, H., & Shilton, H. (2011)
Bultynck, K. (2004). Wie A zegt, moet ook B zeggen. Breder Evalueren. In: Les 22(129), p.21-24.
Castelijns, J., Segers, M., & Struyven, K. (2011). Evalueren om te leren. Toetsen en beoordelen op school. Uitgeverij Coutinho, p. 33-59.
De Backer, F. & Philips, I. (2013). Toolkit breed evalueren competenties Nederlands in het secundair onderwijs. Departement Onderwijs en Vorming.
Heylen, L., Van Gucht, I., & Herssens, G. (2021). Breed evalueren in het basisonderwijs met 6- tot 12-jarigen. (1e dr.). Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Philips, I., Seghers, M., Versteden, P., & Ysenbaert, J. (2013). Toolkit competenties Nederlands breed evalueren in lager onderwijs. Departement Onderwijs en Vorming.
Vandeputte, S. (2014). Breed evalueren: omgaan met verschil in zijn en in leren. Impuls, 45(2), 75-83.
Vandeputte, S., & Matheeuws, K. (2016). Handvatten om breed evalueren waar te maken. Impuls, 46(3), 122-130.