PROEV werd ontwikkeld door een consortium o.l.v. UGent en UAntwerpen, i.o.v. het Departement Onderwijs en Vorming

Ik vind het belangrijk dat leerlingen kunnen samenvatten en hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden. Op een nascholing hoorde ik iemand praten over de Cornell-samenvatting. Sindsdien laat ik mijn leerlingen enkel nog samenvatten op deze manier. Elk schooljaar kost het wel wat moeite om hen mee te krijgen, maar ik merk dat ze hier echt veel uithalen. Het geeft mij ook een duidelijk beeld van hoe leerlingen mijn lessen verwerken.
Leraar geschiedenis (2e graad secundair onderwijs)

Beschrijving

De Cornell-methode is een werkwijze waarin leerlingen de leerstof stapsgewijs samenvatten. De werking van de Cornell-methode is gebaseerd op een eenvoudige paginaschikking die leerlingen helpt om aantekeningen te maken, de leerstof te herhalen en vervolgens in eigen woorden samen te vatten.

Voordelen

  • Je kan achterhalen wat de leerlingen als de essentie uit de leerstof halen. Dit geeft een beeld van de mate waarin ze de leerstof begrijpen. 

  • Leerlingen leren beter om de hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden.

  • Leerlingen verwerken de leerstof op een actieve manier (hoe leren leerlingen?).

  • Het verplicht leerlingen om zichzelf herhaaldelijk te testen (retrieval practice). Hierdoor zullen ze de leerstof langer onthouden.

  • Je kan hiermee de voorkennis van leerlingen controleren en reconstrueren.

  • Het zet leerlingen aan tot reflectie over wat ze beheersen. Het draagt bij tot hun zelfregulatie (meer kan je hier lezen).

  • Het is een effectieve studeerstrategie. Door deze expliciet in te zetten in een vak, vergroot je de kans dat leerlingen dit zelfstandig toepassen. 

  • Eens de leerlingen vertrouwd zijn met de werkwijze, vergt het weinig voorbereiding waardoor de methodiek efficiënt ingezet kan worden.

Leerlingen kunnen dit niet automatisch. Ze hebben begeleiding nodig om de werkwijze aan te leren: demonstreer hoe je aan de slag gaat en waar je op let.

Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.

Bronnen
open

De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Fiorella, L., & Mayer, R. E. (2015). Learning as a generative activity: Eight learning strategies that promote understanding. Cambridge University Press.

  • Hoof, T., Surma, T., & Kirschner, P. A. (2021). Leer studenten studeren met succes. Antwerpen: Thomas More-hogeschool.

  • Hoof, T., Surma, T., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2020). Supporting students to become self-regulated learners: teaching metacognition matters. Geraadpleegd op 2 december 2022, van https://theeducation.exchange/supporting-students-to-become-self-regulated-learners-teaching-metacognition-matters/

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

Paginaschikking

De Cornell-methode is gebaseerd op een eenvoudige paginaschikking:

  • Bovenaan de pagina noteer je het lesonderwerp, de datum, enzovoort.

  • Hieronder voorzie je drie vakken:

    • De linkse kolom is ongeveer 6 cm breed en dient om kernwoorden en -vragen te noteren die horen bij de notities.

    • Rechts is er een brede kolom van ongeveer 15 cm die dient om aantekeningen te maken (dit heet ook de 'notitiekolom').

    • Onderaan de pagina (en onder de twee kolommen) is een ruimte van een 5-tal cm voorzien om de leerstof beknopt in eigen woorden samen te vatten.

Figuur 1: Paginaschikking Cornell-methode (Hoof, Surma & Kirschner, 2021)

Algemene werkwijze

Onderstaand stappenplan ontlenen we aan Vanhoyweghen (2020):

Stap 1: Notities maken

De leerlingen verwerken de leerstof (tijdens het lezen van een brontekst, wanneer ze een video bekijken of wanneer ze de uitleg van de leraar volgen), door op een kernachtige manier notitie te nemen in de rechterkolom. Het is niet de bedoeling om letterlijk te kopiëren of volzinnen neer te schrijven. Leerlingen proberen de kern van de leerstof te vatten door te schematiseren, te werken met kernwoorden, afkortingen te gebruiken, opsommingen te hanteren, kleine tekeningetjes te maken, enzovoort.

Het is belangrijk om overzicht te houden. Hiervoor raden we aan om de structuur van de les te behouden en om voldoende ruimte te laten tussen de verschillende notities.

Stap 2: Kernwoorden en -vragen

In de linkerkolom noteren de leerlingen enkele kernwoorden of -vragen die horen bij de aantekeningen die ze maakten in de rechterkolom. Dit helpt om verbanden tussen de leerstof bloot te leggen, continuïteit in de leerstof aan te brengen en het geheugen te versterken.

Probeer dit zo snel mogelijk na de eerste stap te doen. Indien je te lang wacht, bestaat het gevaar dat de leerlingen al te veel van de leerstof vergeten zijn om dit op een effectieve manier te doen.

Stap 3: Controle van wat ze nog weten

Nadien bedekken de leerlingen de rechterkolom. Ze overlopen de kernwoorden en -vragen die ze noteerden in de linkerkolom en proberen een antwoord te formuleren op de vragen of uitleg te geven bij de kernwoorden. De leerlingen gaan zelf na in welke mate hun antwoorden correct waren.

Je kan leerlingen in deze stap ook laten samenwerken door hen elkaar te laten bevragen en elkaars antwoorden te laten controleren.

Stap 4: Vat samen

Nadat de leerlingen de leerstof ingeoefend hebben, vatten ze de leerstof beknopt samen onderaan de pagina. Door de leerstof actief te herkneden tot een nieuw product, raakt de leerstof sterker verankerd in het langetermijngeheugen. Bovendien kan de samenvatting ook helpen om de leerstof nadien efficiënter in te studeren.

Je kan dit ook als exit ticket inzetten. Laat de leerlingen hun samenvatting inleveren bij het verlaten van het lokaal. Dit zal je heel wat input opleveren over de manier waarop de leerlingen de leerstof begrepen en verwerkt hebben. Bovendien kan je het gebruiken als startpunt voor de volgende les.

Stap 5: Overschouw

De leerlingen overschouwen de volledige Cornell-samenvatting. Hiermee krijgen ze een helderder en completer beeld van de leerstof. De samenvatting kunnen ze op een later moment gebruiken om de leerstof te herhalen en in te studeren.

Praktijkvoorbeeld: modelleren hoe je aan de slag gaat met de Cornell-methode

Een voorbeeld uit de les geschiedenis (tweede graad)

Het duurt even om de leerlingen dit aan te leren. Ik start er dan ook vrij vroeg in het schooljaar mee. Eerst probeer ik de leerlingen te overtuigen van de meerwaarde van de werkwijze. Dat zien ze relatief snel in, zeker als ik hen vraag hoe ze doorgaans een samenvatting maken. Ik confronteer hen met het feit dat ze daar eigenlijk niet zoveel uit leren. Hierna demonstreer ik hoe ze zo’n Cornell-samenvatting kunnen maken. Ik teken de structuur op bord en doorheen de les maak in aantekeningen in de rechterkolom. Ik leg steeds uit waarom ik juist dat, op die manier noteer. Ik laat de leerlingen dit ook kopiëren op een blad met dezelfde structuur. Zo hebben ze steeds een voorbeeld bij de hand. Ergens in het midden van de les, nadat een leerstofonderdeeltje is afgerond, start ik met het bepalen van de kernwoorden en stel ik een aantal vragen op bij de aantekeningen die ik maakte. Deze noteer ik in de linkerkolom. Vervolgens demonstreer ik heel expliciet hoe ik de rechterkolom bedek en mezelf test. De vragen laat ik door de leerlingen beantwoorden. Zo ga ik al na wat ze onthouden hebben. Op het einde van de les vraag ik aan de leerlingen om aan de hand van de twee kolommen de les samen te vatten in twee zinnen. Dit laden ze op via Padlet. We vergelijken en bespreken een aantal inzendingen en proberen tot een gezamenlijke samenvatting te komen.

Digitale mogelijkheden

Het maken van een Cornell-samenvatting verloopt het efficiëntst met pen en papier. Toch is deze werkwijze ook te digitaliseren. De structuur kan je in een Word-bestand zetten, waarin je vaste tekstvakken voorziet. Daar kunnen de leerlingen in typen. Deel dit bestand als sjabloon. Nadat de leerlingen de Cornell-samenvatting hebben gemaakt, mailen ze dit door of laden ze het op op het platform waar de school mee werkt.

Bronnen
open

De werkwijze en overige inhoud op deze pagina is gebaseerd op volgende bronnen:

  • Fiorella, L., & Mayer, R. E. (2015). Learning as a generative activity: Eight learning strategies that promote understanding. Cambridge University Press.

  • Hoof, T., Surma, T., & Kirschner, P. A. (2021). Leer studenten studeren met succes. Antwerpen: Thomas More-hogeschool.

  • Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P.A. (2019). Wijze lessen. Twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. 

  • Vanhoyweghen, K. (2020, 29 april). Een samenvatting die je helpt om beter te leren en te onthouden? Gebruik de Cornellmethode. ExCEL. Geraadpleegd op 2 december 2022, van /2020/04/samenvatten-met-de-cornellmethode-zorgt-voor-extra-leerwinst/

Het één per één beoordelen van opdrachten van leerlingen, al dan niet aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria.
Een evaluatieresultaat is betrouwbaar wanneer het niet wordt beïnvloed door niet-relevante factoren. Het resultaat weerspiegelt de mate waarin een leerling de leerdoelen beheerst.
De zorg die alle leerlingen nodig hebben om zich te kunnen ontplooien en om gebruik te kunnen maken van hun talenten en mogelijkheden.
De mate waarin het werkgeheugen wordt belast. Om het leerproces te bevorderen, dien je de cognitieve belasting te optimaliseren.
Een cluster van kennis, vaardigheden en attitudes die leerlingen in complexe contexten kunnen toepassen.
De neiging om nieuwe informatie zodanig op te zoeken en/of te filteren dat deze de eigen ideeën, opvattingen en/of hypothesen bevestigt.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
In een constructief afgestemd onderwijsproces zijn de leerdoelen, de (summatieve) evaluatie en de onderwijs- en leeractiviteiten op elkaar afgestemd.
Een overzicht van de criteria die worden gebruikt om een opdracht te beoordelen. Het geeft aan waaraan een opdracht dient te voldoen en welke aspecten van belang zijn.
Het proactief, positief en planmatig omgaan met verschillen tussen leerlingen (interesses, leerstatus en leerprofiel) met als doel om een maximaal leerrendement voor alle leerlingen te realiseren op het vlak van motivatie, leerwinst en leerefficiëntie.
Het vermogen van leerlingen om informatie van verschillende bronnen te aanvaarden en te gebruiken om de kwaliteit van hun werk te verbeteren.
Het krijgen van te veel feedback waardoor leerlingen overrompeld worden en niet meer aan de slag kunnen met de feedback.
Aanpakken waarmee je het leerproces op de korte termijn bewust bemoeilijkt waardoor leerlingen harder moeten nadenken. Dit is gewenst omdat het op lange termijn voor leerwinst zorgt.
Het beschouwen van intelligentie als iets dat niet vaststaat, maar als iets kneedbaar. Personen met een growth mindset hebben de overtuiging dat capaciteiten ontwikkeld kunnen worden.
De neiging om een persoon (leerling) positief te beoordelen, gebaseerd op één positief aspect.
De neiging om een persoon (leerling) negatief te beoordelen, gebaseerd op één negatief aspect.
De moeilijkheid om je als expert te verplaatsen in de situatie van personen die bepaalde kennis (nog) niet hebben. Hoe meer kennis je hebt, hoe moeilijker om in te schatten hoe het is om deze kennis niet te hebben.
Een mentaal beeld van welk kwaliteitsniveau wordt verwacht, hoe verschillende kwaliteitsniveaus eruitzien en hoe je kan komen tot het nagestreefde kwaliteitsniveau.
De criteria die worden gehanteerd om te beoordelen in hoeverre een evaluatie succesvol was (= evaluatiecriteria, succescriteria).
De leerdoelen omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen op het einde van een leerproces. In deze tool wordt onder leerdoelen zowel de eindtermen, leerplandoelen als concrete lesdoelen verstaan die leraren kunnen nastreven.
De wijze waarop leerlingen leren. Verschillen in leerprofiel hebben vooral te maken met de leerstrategieën en de leervoorkeuren voor bepaalde activiteiten.
Wat leerlingen al kennen en kunnen. Verschillen in leerstatus uiten zich voornamelijk op (meta)cognitief vlak, maar gaan ook over verschillen op sociaal-affectief en (psycho)motorisch vlak.
Het spreiden van leermomenten doorheen de tijd om zo tot een hoger leereffect te komen.
Een evaluatie-instrument is valide wanneer het meet wat je beoogt te meten.
De maatregelen die het zorgteam neemt in samenspraak met leerling, ouders en leraren. Het doel is om leerlingen die extra zorg nodig hebben te ondersteunen om de gestelde leerdoelen te bereiken.
Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om een opdracht tot een goed einde te kunnen brengen.
Het vermogen om het eigen leren te plannen, te monitoren en te evalueren.
Het in eigen woorden uitleggen van de leerstof.