Sommige leerlingen hebben opmerkelijk meer voorkennis dan andere. Dat wordt al snel duidelijk. In de eerste graad proberen we dan ook vooral de groei van leerlingen in kaart te brengen. Dit doen we momenteel door de competenties van leerlingen breed te evalueren aan de hand van gevarieerde evaluatiemomenten. De groei houden we bij in het leerlingenvolgsysteem. Op termijn zouden we graag met een portfolio willen werken.
Beschrijving
Een portfolio is een bundel, dossier, (digitale) map, of iets gelijkaardig, waarmee leerlingen hun competenties voor een vak aantonen. Concreet is het een verzameling van materialen (zoals opdrachten, voorbereidingen en toetsen) en reflecties, die illustratief zijn voor het leren van leerlingen. Niet elke verzameling van materialen is ook een portfolio. In de literatuur keren vijf kernelementen terug:
Het gaat om een verzameling van het werk van leerlingen
De verantwoordelijkheid komt bij de leerlingen te liggen
De beheersing, groei en ontwikkeling van leerlingen wordt gedocumenteerd en geïllustreerd
Leerlingen reflecteren doorheen het leerproces
Leerlingen krijgen begeleiding van hun leraar, zonder dat deze het proces uit hun handen neemt
Voordelen
Het geeft je een beeld van de ontwikkeling van competenties bij leerlingen. Daardoor is het een sterk evaluatie-instrument om het leerproces in kaart te brengen. Op basis hiervan kan je gericht differentiëren.
Het zet leerlingen aan tot reflectie over hun leren. Dit is de manier bij uitstek om metacognitieve kennis en vaardigheden te verwerven.
Je kan het profiel van leerlingen breed in kaart brengen.
De verantwoordelijkheid voor het leren komt meer bij de leerlingen te liggen. Dit kan een positieve impact hebben op de zelfregulatie (meer kan je hier lezen).
De combinatie van zelfsturing, selectie, reflectie en communicatie zorgt voor een verhoogde betrokkenheid bij het eigen leerproces.
Je onderwijs kan er uitdagender en activerender door worden.
Het kan de motivatie bevorderen doordat je inzoomt op de al bereikte competenties. Hierdoor kan het ook een positieve invloed hebben op het zelfvertrouwen van leerlingen.
Het stelt je in staat om proces- en zelfregulatiefeedback te geven. Dit zijn twee effectieve feedbackvormen.
Je kan het gebruiken om zowel formatief te handelen als summatief te beoordelen.
Het is niet vanzelfsprekend aan de slag te gaan met een portfolio. Overleg met (vak)collega’s om tot een vast format te komen, dat voor jou en de leerlingen werkt. Gun jezelf en de leerlingen voldoende tijd om te wennen aan deze werkvorm.
Voor leerlingen gericht kunnen reflecteren over hun prestaties, hebben ze een helder beeld nodig van de verwachtingen en begrip van een kwaliteitsvolle uitvoering van een competentie. Besteed dus voldoende aandacht aan de ontwikkeling van een kwaliteitsbesef.
Een beknopt literatuuroverzicht kan je hier vinden.
De inhoud in dit overzicht is gebaseerd op volgende bronnen:
De Backer, F. & Philips, I. (2013). Toolkit breed evalueren competenties Nederlands in het secundair onderwijs. Departement Onderwijs en Vorming.
Dochy, F., Heylen, L., & Van de Mosselaer, H. (2002). Assessment in onderwijs. Utrecht: Lemma.
Haenen, J. en Schipper, N. (2011) Werken met portfolio’s. In Castelijns, J., Segers, M, Struyven, K. (red.) Evalueren om te leren. Toetsen en beoordelen op school. (pp. 137-150). Bussum: Coutinho
Heylen, L., Van Gucht, I., & Herssens, G. (2021). Breed evalueren in het basisonderwijs met 6- tot 12-jarigen. (1e dr.). Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Philips, I., Seghers, M., Versteden, P., & Ysenbaert, J. (2013). Toolkit competenties Nederlands breed evalueren in lager onderwijs. Departement Onderwijs en Vorming.